de tuinkabouter
« fictie | no picture please | 1.3. handen schilderen »
De tuinkabouter
Ik denk niet dat je het kan, zegt de professor met een lachje. Dit is niet de spectaculaire openingszin die Anna in gedachten heeft voor haar verhaal. Een openingszin is belangrijk in een verhaal.Dat ze gaat promoveren op de tuinkabouter, zegt Anna. Dat was de openingszin die ze in gedachten had.
Dat kan niet, zegt de schilder. De schilder heeft grijs haar en een chronisch droevig gezicht, hij is ouder dan Anna, de vrouw die eeuwig kind gebleven lijkt.
Ik ga promoveren op de tuinkabouter, zegt Anna.
Dat kan niet, zegt de schilder. Je bent zelf een tuinkabouter.
Je kan op elk onderwerp promoveren, lacht de professor bij wie Anna op gesprek is om de mogelijkheden te bespreken. Op de tuinkabouter of op pluchen knuffels, dat kan, de professor betwijfelt of Anna het kan, dat is het probleem. Anna loopt de houten trap op richting kamer van de professor. Ze moet wachten, professoren hebben het altijd druk. Ze plannen hun aganda’s vol van minuut tot minuut. Een afspraak duurt een uur maximaal. Na een uur, de volgende afspraak. Na een tijdje ontwikkel je een gevoel hoe lang een uur duurt zonder op de klok te kijken. Een uur nooit langer en liefst korter. Anna staart uit het raam. Ze ziet de tuin, de klaslokalen en de voormalige gymzaal die nu als collegezaal in gebruik is. Het zal de laatste keer zijn dat ze er komt. Na vier jaar studeren en een jaar lang proberen een onderzoeksvoorstel te schrijven voor haar docterstitel gaat de professor haar uitleggen dat ze het niet kan. Je kan op elk onderwerp promoveren als je het kan. De professor denk niet dat ze het kan en wil haar niet langer begeleiden.
Jij hebt geen zitvlees, zegt ze.
Jij maakt geen enkele gedachte af, zegt ze.
Je verhalen meanderen, zegt ze, er komt geen einde aan.
Je moet ook eens een verhaal afmaken. Als je er alleen maar over blijft denken in je hoofd, dan blijft het magisch en prachtig. Als het eenmaal op papier staat dan is het heel gewoon. Als je nooit iets opschrijft, ja dan... Je moet doelen stellen, zegt de professor. Schrijf gewoon dat boek, want promoveren, ik denk niet dat je dat kan.
Ik ga een boek schrijven, zegt Anna tegen de schilder. Een boek over een proefschrift dat nooit geschreven werd.
Het is toch geen verkapte poging om alsnog te promoveren, vraagt de schilder die haar langer kent dan vandaag.
We’ll see, zegt Anna. Waarom begin je geen weblog heeft de professor gezegd die medelijden met Anna heeft en haar probeert te helpen een doel te vinden. Anna knikt, ze heeft al jaren een weblog, maar een professor spreek je niet tegen. Een professor kijk je dom aan en je knikt ja,ja. Ze heeft al jaren een weblog.
De welkomstekst is:
welkom op de weblog,
van Anna no picture
na twintig jaar theatervormgeving, setdressing, beeldbewerking en fotografie
It is time for a change.
een studie... arts and social sciences
op dit blog een verslag naast studie en werk vind u hier snapshots hotspots, klein leed en dat ene detail dat opvalt...
na drie jaar arts and social sciences... en een master Artistic Research op weg naar...?
ze scheepten zich in voor een mentale tocht, die in het kleine, het specifieke en het particuliere naar oorzaken zoekt...
een verslag
welkom
Dat heeft ze geschreven vijf jaar geleden vlak voor het begin van haar studie. En ze is al ruim een jaar klaar met haar studie en is op weg naar...? Ze weet het niet. Anna weet niet waar ze naar op weg is. Zou de professor gelijk hebben dat ze geen doel heeft. En de dingen niet afmaakt. Ze er aan begonnen aan het verhaal. Op haar weblog leest ze het terug.
Dit is het begin van een langzaam verhaal. Een verhaal voor mensen met geduld. Het begint vandaag maar had op elke andere dag kunnen beginnen, het begint met een kunstwerk, ook dat is toeval, maar toeval bestaat niet. Hoe het verhaal eindigt vertelt de geschiedenis niet. Wie op voorhand de geschiedenis wil kennen moet weten dat in voltooiing zich de dood aftekent, het is maar dat u het weet. Dit heeft ze geschreven op 19.11.12., het is nu 26.10.13 en de professor zegt tegen haar dat ze geen doel heeft, de dingen niet afmaakt en ‘het niet kan’. Waarom is ze op 19 november 2012 een verhaal begonnen dat ze nooit heeft afgemaakt? Omdat ‘in de voltooing zich de dood aftekent?’. En wat betekent dat dat?
Mensen met geduld, ze is er op de universiteit niet veel tegen gekomen. Veel ongeduldige mensen. Zou dat een eigenschap van slimme mensen zijn dat ze erg ongeduldig zijn? Vandaag heeft de professor tegen haar gezegd dat er aan haar geen wetenschapper verloren is gegaan, dat ze beter stukjes kan gaan schrijven dan wetenschap beoefenen. De stukjes die Anna schrijft vind de professor grappig. Ze moet er om grinniken. De waarheid liegen, is de titel van een boek van Simon Carmiggelt. Hij schreef dagelijkse columns in het Parool. ‘Stukkies’ noemde hij ze zelf. Hij maakte mensen aan het lachen met zijn stukjes. Ze had de professor proberen uit te leggen wat dat is, de waarheid liegen. Ze begrijpt haar niet.
anna