bij de dood van Pina Bausch
« justen thimon in de Efteling.. | no picture please | maastricht-geuselt-nazareth-2... »
De Academie voor Expressie door Woord en Gebaar
Geen Kunstacademie, geen Toneelacademie, geen Conservatorium, maar een Academie voor Expressie door Woord en Gebaar. In Kampen.
Kampen de Hanzestad waar onder elk straatbordje staat, WIJ ZIJN CHRISTELIJK.
Men zal het ontkennen maar dat was mijn ervaring en dat is het zo.
Een geitenwollensokken-school in een christelijk Middeleeuws stadje.
De studenten klagen over het moeizame uitgaansleven, maar ik heb andere zorgen.
Eerst zien aangenomen te worden op deze gebreide sokken school.
Waarom noem ik twee maal een jaren zeventig cliché-beeld.
Omdat een cliché niet zomaar een cliché wordt.
Op de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar droegen de mannelijke docenten geitenwollen sokken. In van die open sandalen, anders kan je het niet goed zien. Ik weet nog dat ik dacht. Hier zijn ze dus, de mannen die geitenwollen sokken dragen. Het bestaat dus echt, het is niet zomaar een beeldspraak.
De Academie voor Expressie door Woord en Gebaar
Het was begin jaren tachtig dat ik probeerde toegelaten te worden op de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar. De toelating bestond uit drie introductie/selectie weekenden. Voor de docenten de mogelijkheid om geschikte leerlingen uit te zoeken en voor jezelf om een beeld te krijgen van de opleiding. Dat beeld heb ik wel gekregen. De Academie voor Expressie door Woord en Gebaar is een combinatie van Sociale Academie en Kunst-Toneel-en Muziek-opleiding. Je wordt opgeleid tot kunstzinnig therapeut. Via muziek, drama of beeldende kunst mensen therapeutisch begeleiden. In neem aan dat de Academie erin geslaagd is om gedegen en deskundige therapeuten op te leiden en af te leveren, maar bij zo’n toelating moet het kaf nog van het koren gescheiden worden. Stel je voor wie allemaal op zo’n opleiding afkomt. De combi mens van hysterische toneelspeler en beschadigde ik-wil-de-mensheid-helpen-mens. Ook gefrustreerde toneelspelers, afgewezen voor de toneelacademie, gesjeesde kunstenaars en sociale mieppen-leuk–iets-met-kunst-doen, het liep er allemaal rond. Een voorbeeld. Tijdens een improvisatie bedacht ik dat een stotterend typetje wel een goed uitgangspunt zou zijn voor mijn spel. Net op tijd ontdekte ik dat een jongen in mijn groepje een echte stotteraar was. Dan wordt je niet aangenomen op de toneelacademie maar op de sociale Academie voor Expressie door Woord en Gebaar kan dat, een stotterende toneelspeler.
Pina Bausch
Een van de lessen werd door Pina Bausch gegeven. Een magere vrouw, vriendelijk en zacht. We moesten allemaal iets persoonlijks vertellen en omdat ik uit een gezin van twaalf kinderen kom, aan mij de eer om de twaalf biggetjes te spelen. Een typisch jaren zeventig-oefening. Ik denk niet dat enig ander persoon dan Pina Bausch mij had kunnen overtuigen om de twaalf biggetjes te improviseren en ben daarna ook nooit meer zo iemand tegengekomen. Op mijn evaluatie van de toelating stond een aanbeveling van Pina Bausch. Complimenten dat ik niet bang was om voor gek te staan [dat doe je echt wel als je de twaalf biggetjes moet spelen] en complimenten dat ik niet behaagziek was en durfde ‘lelijk’ te zijn.
Kikker en de prins
Het laatste weekend moesten we een solo-voorstelling laten zien van een minuut of vijf. Het was een treurige verzameling van goedbedoelde maar slecht uitgevoerde optredens. Veel liedjes, al dan niet play-back en ballet en dan niet ballet in klassieke zin maar moderne dans, zelf bedachte moderne dans, ongecontroleerd wild zwaaien met armen en benen en veel over de grond rollen. Dramatisch over de grond rollen. Of mijn optreden kwaliteit had weet ik niet maar het was in ieder geval…anders…Ik had een eigen tekst geschreven, een brief aan een denkbeeldige Amalia, een vrouw met liefdesverdriet geloof ik, maar de precieze tekst kan ik me niet meer herinneren. Ik zou de tekst, de brief voorlezen en op het eind van het verhaal zou Amalia een kikker in de hand nemen en die kikker kussen. Geïnspireerd op het sprookje van de kikker en de prins. Ik had een kikker gevangen in een vijver, in een doos gestopt, meegenomen in de trein naar Kampen voor mijn performance Amalia en de kikker en de prins. Na urenlang wachten, kijkend naar vreemde dansjes en het zoveelste saai gezongen liedje was ik aan de beurt. Ik breng mijn tekst, voer de spanning op en grijp in de kartonnen doos naar de kikker. Dat klinkt makkelijker dan het is. Het is niet zo eenvoudig om een kikker vast te houden. Ze zijn vies, koud, slijmerig en glibberig. Het lukte me om de kikker uit de doos stevig vast te pakken en ik bracht hem naar mijn mond als om te kussen. Einde performance. Het einde werd niet helemaal begrepen en er viel een lange stilte. Dat alleen in sprookjes een kikker in een prins veranderd drong niet meteen tot het Kampense Expressie door Woord en Gebaar door.
Anti-climax
Toen heb ik mijn kikker maar weer in de doos gestopt en ben naar het station gelopen. Op het station bleek mijn portemonnee gestolen. Ik had geen geld, geen treinkaartje, maar wel een kikker in een doos. En toen heb ik iets gedaan waar ik nu nog spijt van heb. Ik heb de kikker op het station achter gelaten. Ik durfde niet met mijn kikker terug naar de school te gaan om te kijken of iemand me geld wou lenen voor een treinkaartje.
Niet bang zijn om 'lelijk' te zijn en de prins bestaat niet...
Ik ben niet aangenomen voor de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar ondanks de lovende woorden van Pina Bausch. Hoe het met de kikker is afgelopen weet ik niet. De portemonnee is nooit teruggevonden, het was een rode leren met een knipslotje. Het was mijn laatste portemonnee, sindsdien bewaar ik mijn geld los in mijn tas. Bij de dood van Pina Bausch moest ik aan deze toelating denken en haar woorden. Je moet niet bang zijn om ‘lelijk’ te zijn.
Anna