Jeffrey
Vandaag een treinkaartje gekocht bij het reisbureau. Je hoeft niet naar een reisbureau te gaan om een treinkaartje te kopen maar heb geen zin om van Cambridge helemaal naar downtown Boston te gaan om een treinkaartje te kopen. You know you have to pay me extra, zegt Jeffrey. You have to pay me on top of the fee of your train-ticket.
I know. I feel lazy today. I will not tell anybody I was to lazy to go all the way down-town to buy a ticket.
Which credit-card do you have? American Express regular or gold, platina ?
Neither. Just VISA.
Oh, then it ill cost extra.
Het gaat een dure ochtend worden bij Jeffrey op het het reisbureau.
Het reisbureau heeft beter tijden gekend. Aan de muur hangen posters. We are not afraid of foreign currencies. Foto's van Franse Francs, Duitse Marks en andere geldsoorten die allang uit de roulatie zijn. Het is dat Jeffrey een heuse computer op zijn desk heeft staan. Het is sixties. De jaren zestig in het Oostblok. De kaart van NY is gekreukeld en valt uit elkaar. Het dienstregelingboek krult om aan de randen en ik kan me niet voorstellen dat daar accurate tijden in staan.
Op zijn desk is het een rommeltje van papieren. Een fax [een fax?] met een nietje erdoorheen. Een to-do-lijstje. Met potlood zijn een aantal karweitjes doorgestreept. Een plastic koffie bekertje van de Donkun Donits. Kapot gebladerde dienstregelingen. Stapeltjes onduidelijke papieren. Een notitieblok. Spiegeltjes met gele smilies erop. Een porseleinen handje met visite-kaartjes. Jeffrey Lichenstein. Travel Counseler. American Express Travel.
Ik neem er een, zeg ik. Op het visitekaartje staat zijn email adres. Ik kan hem mailen. Jeffrey draagt een bril en een wit-blauw gestreept overhemd. In het borstzakje steekt een pen.
Heb tijd om Jeffrey te observeren want Jeffrey moet veel intypen. Mijn naam, adres, telefoonnummer. Zipcode. Zipcode? Telefoonnummer? Voor een treinkaartje?
In case somethings goes wrong, zegt Jeffrey. Hij typt verder. Ik kijk naar zijn handen. Hij typt met tien vingers, razendsnel. Een savant. Zijn vingers vliegen over de toetsen.
Voor het intypen van het creditcardnummer moet de bril af. Hij houdt de kaart tegen het beeldscherm om het nummer te double checken.
Alle gegevens zijn ingevoerd. Met de Red Line naar South Station. Met de Amtrax naar Penn Station NY. Met de Pathtrain naar Jersey.
Jeffrey is uitgetypt. Alleen nog maar even printen. Voor de trein moet je een half uur eerder komen zegt hij. Security check. En de metro rijdt niet altijd op tijd.
Het is a fifteen minutes drive maar het kan ook een uur of twee duren.
Twee en een half uur van te voren vertrekken?
Well normally the subway runs on time, but ones every two weeks somethings goes wrong and then it takes for-ever.
Ondertussen probeert Jeffrey het ticket te printen, hij loopt heen en weer tussen zijn desk en de printer.
Het is het eerste ticket van vandaag, zegt hij. Vandaar.
Ja. vandaar.
Hij reset de computer en loopt weer naar de printer. Geen ticket. Hij vraagt hulp bij een collega. Geen ticket.
Jeffrey zet zijn bril op en begint weer te typen. It doesn't run, zegt hij.
Just like the subway?
Jeffrey lacht entypt met zijn savante handen.
I'll go and try the printer upstairs. Het lukt. De printer print treinkaartjes en een receit. De print is alleen wat licht en Jeffrey kan niet goed lezen wat erop staat.
Hij buigt zich voorover en tuurt beurtelings op het scherm en op de te licht geprinte uitdraai van de reisbescheiden.
Ik buig ook voorover om mee te lezen. Zou Jeffrey ruiken dat ik vanochtend spekjes gebakken heb bij het ontbijt?
De geur van spek hangt in mijn kleren. Jeffrey lijkt een gevoelig mens. Iemand die het opmerkt als je naar spekjes ruikt.
I'll give you a discount for being so patient, zegt hij. I'll charge you platina American Express holder, for being so patient.
woensdag 29 november 2006