31.5.06

Jenna's verhaal deel 1


Jenna's verhaal
met originele New York foto's.



31 mei 2006
meer Jenna verhalen...»

the twenty five train

deel 22 van Jenna's verhaal
Vanavond met Jenna en haar man naar de Metropolitan Opera in NY.
Roméo en Juliette speelt.
Wat zal ik aandoen? Een pak? Zal ik mijn pak aantrekken, vraagt Jenna's man. Ik trek een pak aan maar geen stropdas. Een stropdas draag ik niet en ik kleed me na het eten om want ik knoei altijd op schone kleren.
Jenna belt dat ik de oven aan moet zetten voor de hotdogs.
Ze is nog niet terug van haar classes. Ik zet de oven aan. Zelfgemaakte hotdogs zijn lekkerder, zegt Jenna
Jenna komt thuis. Trekt haar zwarte jurk aan. Ben je nog niet omgekleed, zegt ze tegen haar man. We moeten opschieten. Josch zegt niks en trekt zijn pak aan. Een stropdas draag ik niet mompelt hij. Hij keurt zijn zwangere vrouw.
Good good, zegt hij.
Jenna past nog net in haar zwarte jurkje.
We moeten opschieten, zegt Jenna..
We moeten opschieten, zegt ze en strijkt een schoon overhemd.
We moeten opschieten, zegt ze als we naar de metro lopen.
In de metro wordt iets omgeroepen.
Josch wil dat ik herhaal wat de speaker zegt. Ik versta het niet.
Berichten in de metro worden onverstaanbaar omgeroepen.
Daar doen ze hun best op. Het is niet de bedoeling dat je verstaat wat ze omroepen.
Change on the twenty five woah, zeg ik.
Good, good, zegt Josch.
Change on the twenty five mwoah, herhaal ik mezelf. Wat is woah?
Twain, zegt Josch.
Twain?
Tweeain, zegt Josch.
Train?
Change on the 25 twain, zegt Josch.
Change on the twenty five train.
Good, good, zegt Josch.
We moeten opschieten, zegt Jenna.

31 mei 2006
meer Jenna verhalen...»

20.5.06

charity

deel 21 van Jenna's verhaal
Dat zou ik wel willen zegt Jenna's man. Een vliegveld dat naar mij genoemd is. Hoe zal ik dat aanpakken?
Alleen presidenten krijgen een vliegveld, zegt Jenna.
Je kan een unieke kunstverzameling opbouwen. Dan krijg je een eigen museum. Of geld doneren. Carnegie doneerde 350 miljoen dollar voor zijn Carnegie Hall. Dat was in 1889. Drie miljard zou dat nu zijn.

Amerikanen houden niet van belasting betalen. Ze willen hun geld vrijwillig weggeven. Liefdadigheid. Per jaar wordt er 240 miljard dollar geschonken.
Bij liefdadigheid hoort een feestje. Het is geen anonieme overboeking. Het zijn grote feestavonden waar de plaatselijke middenstand eten, drank en muziek sponsort. Verlotingen zijn het hoogtepunt van de avond. Je kan kaartjes winnen voor honkbal, een gratis weekend in een luxe hotel, een tegoedbon van een warenhuis, of een antirimpelkuur bij de lokale beautysalon.
Geef je grote bedragen dan staat je naam vermeld in het programma. De grootse gevers staan vetgedrukt bovenaan en dan naar beneden tot je bij de gewone stervelingen bent aanbeland. Amerikanen houden van hiërarchie. Bladen als Businessweek en Fortune houden nauwkeurig bij wie hoeveel geeft want van alles wordt een wedstrijd gemaakt. Er is een jaarlijkse topvijftig van de grootse gevers. Er wordt goed naar deze lijstjes gekeken. Wie staat erop en wie niet. De gevers die hun gulheid liever geheim houden zijn in het nadeel. Ze geven wel maar krijgen er geen waardering voor. Ze kunnen zelfs het verwijt krijgen vrekkig te zijn. Lijstjes met grootste gevers en bedragen met veel nullen kunnen de indruk wekken dat alle steenrijke Amerikanen begaan zijn met de minder bedeelde medemens. Dat is niet zo. De rijkste een procent van Amerika bezit veertig procent van alle welvaart en geeft daar maar twee procent van weg.
[bron: Amerikanen zijn niet gek, Charles Groenhuijsen]

Sta voor de kassa van de Metropolitan Opera en blader door de seizoensbrochure. Zestien A-vier pagina’s met namen van organisaties en particulieren die de Metropolitan Opera steunen. Om bovenaan de lijst te komen moet je 500.000 dollar en meer betalen. Heb je 60.000 dollar uitgegeven dan is je naam klein gedrukt en zonder leesbril niet te lezen. Onderaan het lijstje van 100.000 dollar en meer sponsoren staan drie anonymous donors. De 3800 bezoekers per avond zijn ook anonymous donors. De prijzen van de kaartjes varieren van 350 dollar tot 26 dollar. Wat zal ik doen vraagt een vrouw in de rij voor de kassa. Staan of zitten? Seated, zegt de suppoost. It’s worth it. De vrouw trakteert zichzelf op een family circle kaartje van 26 dollar. Family circle is een eufemistische term voor het vijfde balkon. De vijfde verdieping.
Het Met heeft 3800 seats waarvan 265 standing.
Wil je zitten of staan, vraag ik Jenna. Jenna’s man gelooft het niet dat er staanplaatsen zijn. Je overweegt toch zeker niet om een twintig weken zwangere vrouw te laten staan tijdens een opera, zegt Jenna.

20 mei 2006
meer Jenna verhalen...»

15.5.06

den eewigen duts

deel 20 van Jenna's verhaal
Vanavond met Jenna en haar man naar de Metropolitan Opera. Roméo en Juliette speelt. De regisseur woont in de goede buurt van Brussel. In een art deco huis. Met Corbusier stoelen. Kunst aan de muur. Een glanzende inbouwkeuken. Designkleren uit Engeland want daar zijn ze goedkoper. Een glazen tafel met ongemakkelijke stoelen. De middenstandsjongen is zuinig geweest. Nu kan hij merk-kleren dragen. Heeft hij een huis met Corbusier stoelen. Met een glazen tafel en zwart glimmende inbouwkeuken. Antieke vazen en in de winter skieën op de Mont Blanc. De regisseur is riche. Nog niet zo lang. Zijn smaak is jong. Een glazen tafel. Een glazen tafel past bij zijn nieuw gekozen milieu. Zit aan zijn tafel voor een diner. Zijn vrouw kookt. Dat kan ze goed de vrouw eten koken. Maar eten aan een glazen tafel is niet prettig. De idee van een tafel is bescherming geven. Die functie vervalt bij een glazen tafel. De intimiteit van het eten open en bloot. Het zicht op de open mond. Het kauwen van het voedsel. De processen in het lichaam. Helemaal te volgen. Van boven tot beneden vrij zicht. Een tafel steunt halverwege het lichaam. Bedekt de rest. Glas bedekt niks. De armen rusten in het luchtledige. Zoveel lichaamsbewustzijn vermindert het eetgenot.
De regisseur en zijn vrouw hebben geen weet van het ongemak van de tafel. Glas is riche. Glas is stijl. Gemak is zwak.
Er is een kindje. Drie jaar is hij. Een tweetalig kindje. Frans en Vlaams. Het kindje kent de namen van vliegmaatschappijen en kan zijn voorkeur voor Lufthansa boven Air France met argumenten onderbouwen. Het kindje vliegt de wereld rond, het werk van zijn pappa achterna, de opera-regisseur.
De appetizers worden geserveerd.
Heb geen idee wat het is en hoe je het eet.
Ha, kwarteleitjes, zegt het kind.
Het kind pelt een gespikkeld klein hardgekookt eitje doet er een snufje zout op, dipt het even in de mayonaise en eet het op.
Het hoofdgerecht is een klein uitgevallen vogel op een bedje van bladgroente. De drank is champagne.
De gastvrouw informeert naar de kwaliteit van de kwartel.
Complimenteer haar met de keuze van de poelier.
Het is kwartel, de kleine vogel.
Eerst de eieren opeten en dan de moeder.
Dat is pas hogerop komen.

Waarom heeft een kwartel een korte staart? Op een goede dag zitten de vogels in de herberg. De kwartel, den eewigen duts, de sukkel, moet voor de zoveelste keer het gelag betalen. Hij probeert ongezien het deurgat uit te glippen. Wordt door de waard bij zijn staart gevat. Hij weet toch te ontsnappen maar moet daarbij zijn staart achterlaten. Hij roept.
Het spiet met dit. Het spiet me dat. Mijne staart is uut mijn gat.
[bron: vogels in volksgeloof, magie en mythologie, Johan Boussauw]

15 mei 2006

meer Jenna verhalen...»

13.5.06

food stamps

deel 19 van Jenna's verhaal
Zelfgemaakte hotdogs zijn lekkerder, zegt Jenna. Vanavond gaan we naar de opera. Eerst zelfgemaakte hotdogs eten. Ga naar de PathMark De supermarkt onder de Wiliamsbergbrug. Sta in de rij aan de kassa. Een Chinese vrouw rekent af. Er zit een jongetje van een jaar of drie in de blauwe plastic bak van haar boodschappenwagentje. Hij zit onderuitgezakt en heeft een gelatenheid die niet bij zijn leeftijd past. Nu al teleurgesteld in het leven. Zijn moeder betaalt de boodschappen. Tien dollar had ze willen besteden. Het is niet genoeg. Ze haalt een tweede portemonneetje uit haar tas.
Rood met een ritsje. Ze peutert er een vijf dollarbiljet uit. Niet alle boodschappen zijn aangeslagen. Drie pakken cereals en twee plastic flessen grapefruitsap liggen nog op de band. De vrouw haalt een mapje uit haar handtas. Food stamps. Voor ieder item apart moet ze een cheque invullen. Iedere cheque wordt aangeslagen en ondertekend. Het meisje voor me begint te zuchten en op haar horloge te kijken. Ze draagt een Adidas broek en een sweater die veel gedragen is. De trui zit vol pluisjes. Ze heeft alleen een krop ijbergsla af te rekenen. Ze pakt een candybar uit het rek en gooit die naast de sla op de band. De band zit vol vlekken. De band is smerig.
Je moet een goed gestel hebben om bij de PathMark te winkelen.
Het percentage verkouden klanten is hoog. Loop je niets op van de vieze transportband dan is het wel van de bacillen die je toegehoest worden.
Het ongeduldige meisje maakt zich niet druk over hygiëne. Ze wil afrekenen. De Chinese vrouw wil de cereals betalen met de voedselbonnen. Dat mag niet.
Only food, zegt de kassavrouw. Ze moet het ontbijt ruilen voor rijst.
De onverkochte pakken cornflakes worden door de caissière met een geroutineerde boog in een van de winkelkarren achter haar gegooid.
Er staan wel tien volle winkelkarren met niet betaalde boodschappen.
Het slonzige meisje wipt op haar voeten van ongeduld. De cheques zijn ingevuld en ze is aan de beurt om haar ijsbergsla en candybar af te rekenen.
Ze betaalt cash. Een voor een haalt ze de dollarbiljetten uit haar portemonnee en vouwt ze zorgvuldig glad. Laat ze nog eens door haar vingers gaan, vouwt een hoekje terug en gooit het stapeltje zonder de caissière aan te kijken op de band. Betaal de hotdog worstjes. Het meisje treuzelt bij de plastic zakjes inpak carrousel. Ze wil nog iets zeggen.
It takes ages at these places. Eeeeaaagus...
Kijk haar aan. Weet niet zo snel iets terug te zeggen. Kijk haar aan. Ze heeft een snorretje zie ik.

14 mei 2006

meer Jenna verhalen...»

6.5.06

Háharl

deel 18 van Jenna's verhaal
Ben in Zweden. Op een eiland. Met Gunnar.
Gunnar komt uit Iceland. Vaar met Gunnar naar een klein eiland 'to eat the world’s weirdest dish'.
Háharl. Háharl is bedorven vis die stinkt naar bedorven vis. Eenmaal in de mond is het lekker als je de geur sensatie kan uitschakelen. Je moet de vis wegspoelen met schnaps. Veel schnapps. De schnapps is essentieel. Zonder gaat het niet.
Het is een Iceland tradition op Thorrablot.
Thorrablot is het midwinterfestival. Op het midwinterfestival wordt háharl gegeten. Háharl is haai. De Greenland shark. Somniosus microcephalus. De Groenlandse haai is giftig. Het vlees bevat grote hoeveelheden trimethylamine oxide en urea. Het gif voorkomt dat het bloed van de haai bevriest. Als mensen haaienvlees eten krijgen ze er hersenschade van. Om de vis toch te kunnen eten wordt hij zes maanden in de grond begraven. En een paar weken in de lucht te drogen gehangen. De vis is dan in verregaande staat van ontbinding en stinkt onoverkomelijk maar het gif is verdwenen.
Nu vaar ik in een bootje met Gunnar naar een eiland om deze oude Viking eetgewoonte te mogen experiencen. Het bootje is klein en ligt diep in het water. Het is donker. De mannen hangen in de stuurhut. De meisjes op het achterdek. Gunnar ook. Hij begroet elk meisje met een tongzoen. Daar kwam je toch voor zegt hij als je protesteert. Een vrouw lacht na mijn korte gesprekje met Gunnar. Hij heeft mij ook goedendag gezegd, zegt ze.
De mannen zoent Gunnar niet. Hij likt.
Hij likt mannen over hun gezicht als begroeting. Gunnar heeft een grote natte tong die hij ver kan uitsteken. Op het eiland worden de blikken háharl geopend. Tegen de wind in. De inhoud staat onder druk. Er spuit bedorven haaiengeur de lucht in. Ook tegen de wind in is het niet te doen. De geur. De vis wordt weggeslikt met schnapps en gekookte aardappelen. Het bootje met de nu dronken kapitein vaart in het pikkedonker terug naar het vasteland.

De volgende morgen komt David het toneel opgedribbelt. David is klein en maakt kleine pasjes in zijn witte gympen. Er is zoiets ergs gebeurt, zegt hij. Zoiets...Ik weet niet of ik nog met hem kan werken. Ik weet niet of ik nog kan werken. Gunnar. Weet je wat hij doet. Weet je wat hij gedaan heeft. He licked me. He licked me over the head. David blijft er de hele dag verontwaardigd over.
Morgen ga ik met Jenna en haar man naar de Metropolitan Opera. Roméo en Juliette speelt. De regisseur is een oude bekende.
De lichtontwerper ook. David.
meer Jenna verhalen...»


6 mei 2006

1.5.06

een kaart voor Jana



Ze heet Jana. En vandaag noem ik haar spook.
Omdat ze geen moment rustig is geweest sinds gisteravond.
En ik volledig gebroken ben. Overdag is ze een engeltje....


Jenna

1 mei 2006

Older Posts Newer Posts

Label Cloud

Search

© no picture please