8.9.10

De albatros...

« workspace.... | no picture please | kunst is geen speeltje... »

Dat de kunst niet elitair is, zoals Arjo Klamer beweert als een argument om alle subsidies aan de kunsten maar af te schaffen, is niet genoeg reden om het bestaansrecht van Kunst te bepleiten.
Is kunst in een wereld vol kwaden een luxe, vraagt Rüdiger Safranski zich af [p.192].
Trekt de kunst zich terug op een 'eiland van gelukzaligen'.
Hij citeert een gedicht van Hofmannsthal.

Maar velen moeten onderin sterven
waar de zware riemen der schepen schampen
anderen wonen bovenin bij het stuur
en kennen de vogelvlucht en het Rijk der sterren
Je kan wel beweren dat kunst niet [meer] elitair is en wijzen op de opkomst van nieuwe culturele parvenu's, het is toch niet zo dat kunst per definitie 'solidair is met de galeien' met 'de gewone man' met de gefrustreerde PVV-stemmer van Arjo Klamer [p.192].
bron: Rüdiger Safranski, Hoeveel waarheid heeft de mens nodig

Het 'gewone volk' is gedoemd tot de galeien en het weet wel raad met die arrogante kunstenaars, die hoogvliegers die zich wat inbeelden en daar geld voor willen ontvangen, subsidies voor willen ontvangen.

Begrijpt de gewone man de kunst niet, de kunstenaar begrijpt de gewone man niet.
DE ALBATROS

Vaak vangen de mannen van de bemanning op de boten
grote albatrossen en verdrijven zo de tijd,
met deze lome lusteloze reisgenoten,
die 't zeilschip volgen dat over zilte diepten glijdt.

Nadat hij op het dek geland is en gevangen,
laat deze vorst van het azuur, beschaamd en plomp
zijn blanke reuzevleugels deerniswekkend hangen,
als werkeloze riemen, slepend langs de romp.

Deze trotse trekvogel werkte zich stom in nesten.
Wat is hij lelijk en lomp die eens zo sierlijk was.
De een drukt een sigaret uit op zijn snavel om te pesten,
de andere aapt de gebrekkige na met manke pas.

De dichter lijkt op de prins van de wolkenvelden,
die elke schutter tart en vliegt op de orkaan;"
Verbannen op de grond waar ze kwellen en schelden,
kan hij met reuzevleugels amper gaan of staan.

De bevrijding van de albatros.
Dat is de titel van de afscheidsrede van hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde Marita Mathijsen (2009).
Ze refereert aan het gedicht L’Albatros van Baudelaire.
Zeemannen die een albatros met etensafval op het dek lokken.
Ze vangen hem. Ze lachen om de koning van de hemel, die nu log en traag over het dek schuift.
De een drukt een sigaret uit op zijn snavel. De vogel probeert op te vliegen maar dat lukt niet.
Zijn grote vleugels zitten in de weg. Ze doen hem na, de bemanningsleden.
Ze lopen als de onhandige albatros (p.6).
De dichter, zegt Baudelaire, 'is in de grove wereld als een gevangen albatros.
Zijn dichterlijke gaven zijn hem een ondraaglijke last.'
Marita Mathijsen (2009) ziet het gedicht ook als een metafoor voor de Nederlandse Romantiek.
'Ze is gevangen, bespot, gekleineerd en verminkt.
De literaire historici hebben haar vastgebonden en haar verhinderd op te stijgen.
Haar vleugels die in vrijheid roekeloos elke hoogte aankunnen, maken haar op het dek log en lomp  (p. 6).
Mathijsen, M.(31 oktober 2009). De bevrijding van de albatros. NRC Handelsblad, pp. 6-7W.

rekwisiet Alice in Wonderland Noord Nederlands Toneel Groningen











































anna

Older Post Newer Post

Label Cloud

Search

© no picture please