5.7.09

Cultuur- & Maatschappijwetenschappen Maastricht

« ABN-AMRO klantenservice... | no picture please | wittevrouweveld het gezicht van...2 »

Cultuur- & Maatschappijwetenschappen Maastricht
Wat studeer je nu eigenlijk en wat kan je met je studie.
Twee vragen die moeilijk te beantwoorden zijn als je Cultuur en Maatschappijwetenschappen studeert.
Een interdisciplinaire studie. Een studie die de cultuur bestudeert.
Meestal als ik bij de tweede zin ben aanbeland gaan de ogen op blank.
Cultuur, wat is cultuur. Een vaag begrip...iets met kunst of zo?
En interdisciplinair is ook niet zomaar uitgelegd. Het is niet multidisciplinair...meerdere disciplines naast elkaar.
Interdisciplinair betekend dat je vanuit verschillende disciplines eenzelfde onderwerp bestudeerd.
[geschiedenis, filosofie, taalwetenschap, kunstwetenschap, sociologie, psychologie]
Een voorbeeld. Het eerste blok gaat over de ontwikkeling van waarden en normen in de westerse geschiedenis.
De eerste kennismaking met de studie was Plato. Het had voor mij niet ongelukkiger kunnen beginnen.
Plato! Twee teksten de Euthypro en de Xenophon. Ik begreep er werkelijk niets van en dacht dat het een grap was.
Maar grapje? Geen grapje. Bloedserieus hebben we de teksten moeten analyseren en toen wist ik hoe laat het was.
Een universitaire studie is een wereld van woorden en weinig beelden.
Beelddenker van geboorte moest omschakelen naar de wereld van het woord.
Dat heeft moeite gekost. Wegrennen wou ik, heel ver wegrennen.
Wat een paniek en ellende die eerste maanden.
De tutor [de gesprekleider bij de onderwijsgroepen] hielp ook niet erg mee.
Het standaardwerk voor de filosofie van de oudheid was gedeeltelijk in het Grieks geschreven.
Dat wordt bij de toelating niet vermeld, dat er verwacht wordt dat je Grieks kan lezen...
Vroeger, zei de tutor met een lachje, vroeger kwamen studenten van het gymnasium only.
Als je een universitaire studie ambieert spreek je Grieks en Latijn.
Daar kon ik het mee doen.
Hij zat sowieso op mijn lip, die tutor.
Wat ik ook inbracht, wat ik ook zei, hij vond het onzin.
Onzin, en daar kon ik het mee doen.
Na Plato kwam Socrates aan de beurt. Phaedo.
Heb geleerd meneer Plato en meneer Socrates een beetje te haten.
Professor tutor was een groot bewonderaar van beide heren.
Die bewondering heeft hij niet op me weten over te dragen...
Agamennon van Aeschylus. Een theaterstuk.
Heb ik verstand van theater? Dacht het wel.
Vond de tutor dat ook?
Natuurlijk niet. Zal die lach van die man nooit vergeten. Brrr...
De betekenis van de Antigone van Sophocles, we werden het er niet over eens.
Plato's ideale Staat. Niemand van ons klasje wou erin wonen.
Aristoteles Metafysica dan. Aristoteles vind ik een stuk sympathieker dan Plato.
Mijn tutor vind Aristoteles maar een dromer.
Het probleem van de vrije wil van Augustinus.
Poeh...de vrije wil...lastig onderwerp...weer paniek-aanvallen.
Pierre Abelard's Ethica. Abelard hield zich bezig met het universaliënprobleem.
Hij was een aanhanger van het conceptualisme.
Hij is bekend geworden vanwege zijn zeer ongelukkige liefde met Héloïse.
Buridanus Quastiones in Metaphysices Aristotelis. Een onmogelijk moeilijke tekst.
Enig houvast is mijn katholieke opvoeding, dan weet je wat transsubstantiatie is...
Kant Grundlegung zur Metaphysik der Sitten. Kant zal ook nooit mijn vriend worden.
Nietzsche Götzen-Dämmerung, Das Problem des Sokrates.
Nietzsche die te keer gaat tegen Socrates, een heerlijke tekst.
Uiteraard kreeg ik onenigheid met de tutor over de interpretatie van de tekst.
Het panopticum van Bentham in een tekst van Foucault. Now we are talking.

Het panopticum van Bentham en de gedachten van Foucault
Aan het eind van het blok spreekt de tutor zijn teleurstelling uit over ons klasje.
Jullie weten niet genoeg om het tentamen te halen, zegt hij.
Desalniettemin sluit ik mijn eerste tentamen af met een acht.
Kennelijk heb ik de doelstellingen van het blok toch begrepen.
Kennelijk heb ik inzicht gekregen in de oorsprong van ethische perspectieven in de moderne westerse cultuur.


Kennis en Kritiek
Na woordenwoordenwoorden in moeilijke filosofische teksten nu wetenschap.
Wetenschap? Had ik de toelatingsbrochure überhaupt wel gelezen?
Wetenschap? Natuurkunde? Wiskunde? Biologie?
Die bekers had ik op de middelbare school allemaal laten passeren.
Doel van dit blok: inzicht krijgen in de betekenis van wetenschap in de moderne westerse cultuur.
Kennis van de Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting en Romantiek.
De tutor van dit blok vond ik erg aardig maar dat was niet wederzijds.
Hoe ik me ook uitsloofde...hij kon het niet waarderen.
Mijn mede studente flirt met hem maar volgens mij valt hij niet op vrouwen...
In de eerste taak worden 'alle' vooroordelen over de Middeleeuwen onderuit gehaald.
Interessant maar wel confronterend. Al je kennis down the drain.
Taak twee gaat over de invloed van de ontdekkingsreizen op het wereldbeeld van de Middeleeuwers.
Ook Kuhn's paradigma's komen voorbij.
Verder met Descartes en zijn methode.
Bacon's empirisme en Novum Organum.
Linnaeus en Buffon en hun plantjes en dieren.
Newton natuurlijk. Kunsthistoricus Svetlana Alpers over 17e eeuws Nederland.
De Encyclopédie van Diderot en d'Alembert.
De Verlichting, Turgot, Rousseau, Voltaire, Kant, Smith, Montesquieu.
De Romantiek en Goethe's kleurenleer.
Edmund Burke en zijn kritiek op de Franse revolutie.
Daarnaast krijgen we nog zogenaamde practicums.
De naam practicum zegt het al. Je leert iets praktisch.
In de praktijk is het practicum toch gewoon een verkapte reguliere studie.
Ze konden me niet boeien die practicums.
Voor de tentamens haalde ik achten en hoger.
Voor de practicum die veel makkelijker waren nooit hoger dan een 7,5.
Vind makkelijke dingen moeilijk. Kan er mijn concentratie niet bij houden.
Behalve het filosofie-practicum en het historisch debat practicum.
Die waren zo moeilijk dat ze hun praktische nut voorbij schoten.



Halfweg het jaar. Twee tentamens gehaald.
In Januari het eerste schrijfblok. Eindelijk.
Schrijven. Dat kan ik, denk ik toch.
Maar een zware griep slaat toe.
Alle vermoeidheid van de afgelopen twee jaar komt eruit.
Twee weken vakantie alleen maar in bed gelegen.
Zware hoest. Koorts. Acht kilo afgevallen.
Zwakjes verschijn ik bij de eerste les.
De tutor is jong. Zelf net afgestudeerd.
De prijs voor de beste scriptie gewonnen.
En nee, het klikt niet tussen ons.
Mijn voorstel voor het essay vind hij te literair.
Ik heb geen flauw idee wat hij daarmee bedoeld.
Literair in tegenstelling tot academisch.
Maar wat academisch schrijven is weet ik niet.
Het onderwerp de Russische schrijver Ilya Kabakov zegt de tutor niks.
Kabakov nooit van gehoord.
Het is zo'n typische woorden-nerd-man.
De wereld van de beelden is hem vreemd.
Een zesje vind hij mijn essay waard.
Want van iemand van mijn leeftijd mag je toch meer verwachten.
Baf, het leeftijd-issue in mijn gezicht gegooid.
Zal het zo gaan in de toekomst?
Als ik goed presteer komt het door mijn leeftijd.
Als ik slecht presteer ook.


Onttovering en ideologie
Veel tijd om te simpen is er niet.
Onttovering en ideologie.
Een 'geschiedenis' blok. Hoewel we dat niet zo mogen noemen als interdisciplinairen.
Democratie, Industrie en Wetenschap.
Na driekwart jaar studeren ben ik wel wat gewend.
Het leeftijd-'probleem' is geen probleem gebleken.
Onder de studenten niet in elk geval.
Als er al iemand moeite met mijn leeftijd heeft, dan zijn dat de docenten.
Vooral de docenten die jonger zijn dan ik.
Maar niet mijn volgende tutor.
Piepjong en een kennis-savant.
Vraag hem iets en hij weet het antwoord.
Hij heeft ons door dit ongelooflijk zware en moeilijke blok geloodst.
Het thema van het blok is modernisering.
Alexis de Tocqueville, de Franse revolutie.
Karl Marx en de Industriële revolutie.
Friedrich Engels.
Charles Darwin en de menswetenschappen.
Max Weber en de massademocratie.
De samensteller van dit blok heeft sadistische neigingen.
De hoeveelheid te lezen stof is heel erg veel.
Meer dan fysiek mogelijk.
Ook het practicum is erg moeilijk en ik heb me er doorheen gebluft.
Het punt bestaat uit een tentamen en een essay over een van de onderwerpen van het blok.
En daar is het weer. Mijn schrijfstijl is literair en niet academisch.
Mijn aardige tutor kan nu wel uitleggen wat dat betekend.
Hij zegt dat ik me moet afvragen of ik dat wel wil, academisch schrijven.
Hij zegt dat academisch schrijven te leren is maar omgekeerd niet.
Een literaire schrijfstijl is niet zomaar aan te leren.
Daar zit ik dan op een universiteit die van je verlangt dat je academisch schrijft.
En nee, ik wil het niet, academisch schrijven...
Aardige tutor wil me wel helpen.
Hij geeft me tips en tricks om mijn schrijfstijl niet te verliezen maar toch academisch te zijn.
Hij waardeert mijn essay met een tien.
Ik doe weer mee.



Stijl en moderniteit
Op vleugels begin ik aan het laatste blok.
Niet alleen heb ik de eerste rampzalige maanden doorstaan.
Niet alleen heb ik geen enkel hertentamen.
Als ik mijn best doe kan ik nog op een gemiddelde van een acht uit komen.
Wellicht zelf bij de beste 3%. Het honours programma halen...
Duidelijk een kwestie van naar het hoofd gestegen succes maar het helpt wel.
Zo hard als in het laatste semester heeft 'niemand' gewerkt.
Alle teksten gelezen, alle colleges gevolgd, alle onderwijsgroepen.
Mijn klasje is moe. Ze willen vakantie.
Ze zijn op, ze willen niet meer, kunnen niet meer.
Zo jammer. Eindelijk een blok waar iets iets vanaf weet.
Stijl en moderniteit. 'Mijn hele leven' hou ik me al bezig met stijl en wat dat is.
Maar mijn klasje kan het niet boeien. Moe zijn ze, doodmoe.
De een na de ander blijft weg.
Soms zitten we met zijn vieren. Soms vijf. Soms maar drie.
Saai is het ook omdat bijna niemand de lessen voorbereid.
Soms voel ik me meer juf dan student.
De tutor seint voortdurend. Hou maar je mond. Zeg maar niets.
Je mag het niet voorzeggen. Ze moeten zelf hun teksten lezen.
Op de handrem zit ik de lessen uit. Ben vrijwillig voorzitter om wat te doen te hebben.
Saai? Het is zo interessant.
Wat is stijl. Baudelaire en de modernisering van Parijs. Haussmann.
Manet, de flaneurs, de voddenraper en de Dame.
Monet en het Realisme. Huysmans en À Rebours. Decadentie en moderniteit.
Nietzsche, stijl en decadentie. Dandyisme. De reactie op het decadentisme van Berlage.
Bauhaus. De Stijl. Modernistische architectuur. Stijl in politiek en stijl in de wetenschap....



En dan is het afgelopen. Een laatste presentatie. Een laatste take-home tentamen.
Drie essays schrijven in drie dagen.
Voor één van de essays heb ik een 9,5.
Het essay is inhoudelijk en stilistisch zeer goed stond erbij geschreven.
Inhoudelijk én stilistisch.
Zo is het dan toch nog gelukt om beide werelden te verenigen.
De wereld van de beelden en de wereld van de woorden.
Het zal een gevecht blijven, maar het begin is gemaakt.
Die beste 3% heb ik niet gehaald. Maar wel het eerste jaar en een goed gemiddelde.



Ik ben aan deze studie begonnen in pure naïviteit.
Dacht het er wel even naast te doen.
Naast mijn drukke werk in de theatervormgeving en fotografie.
Iedereen zei dat het niet kon. Dat het geen pret-studie was.
Dat het echt 40 uur in de week kost en wel meer.
En dat is ook zo. Nul heb ik gewerkt dit jaar.
Mijn opdrachten liepen af en er kwamen geen nieuwe.
Ik was er niet rouwig om want geen tijd. Studeren, studeren studeren.
Meer deed ik niet.

Volgend jaar wordt het anders. Een paar opdrachten heb ik weer terug.
Er zal weer gewerkt moeten worden. Maar ik denk dat het gaat lukken.
Je wordt er handiger in, in studeren. Het gaat sneller nu.
Je moet wel sneller worden. Het tempo ligt zo hoog dat je in alles sneller wordt.



Blader door de onderwerpen van komend semester.
Pluralisme en netwerkmaatschappij, globalisering...
Heb er zin in...



Anna

Older Post Newer Post

Label Cloud

Search

© no picture please