avontuur...
« voor wie van oude boeken houdt... | no picture please | monkey or tiger »
Zit in de trein van Groningen naar Maastricht.
Een reis die normaal vier en een half uur duurt. Nu bijna zeven uur.
In die tijd ben je ook naar New York gevlogen.
Vlak voor Amersfoort remt de trein af en komt tot stilstand.
Na een tijdje komt het omroepbericht.
We hebben vermoedelijk iets geraakt, zegt de conducteur.
Een half uur later. Een omroepbericht.
We hebben een persoon geraakt, zegt de conducteur.
Het wachten begint. Een half uur. Een uur.
De verwarming gaat uit. De verlichting gaat op noodstand.
De trein zit erg vol. Er wordt gebeld. Dat het later wordt.
Dat het later wordt. Dat het later wordt.
Een meisje begint te huilen. Ze vind het eng.
Haar moeder zegt, ze zijn ons vergeten, we moeten in de trein slapen.
Er is iets vreemds aan de situatie.
Zit in de eerste klas. In de stilte-coupé.
De passagiers houden zich aan het stilte-gebod.
Ze fluisteren. Bellen discreet. Bemoeien zich alleen met zichzelf.
Maar nu het licht uitvalt. Nu de verwarming uitvalt.
Nu we al zo lang in het donker staan te wachten.
Dan zou de - ben stil moei je alleen met je eigen - regel toch moeten vervallen.
Anderhalf uur later. Politie. Ambulance. Spoorwegpolitie.
De trein rijdt een stukje achteruit naar een spoorwegovergang.
Een omroepbericht.
De trein moet worden schoongespoten, zegt de conducteur.
De zakelijke mededeling haalt de twijfel weg.
Er is iemand overleden.
De brandweer moet de sporen wegspoelen.
Zoveel eerlijkheid hoeft ook weer niet, zegt een passagier.
In Amersfoort wordt de ongelukkige trein opgeheven.
Op het perron loopt de machinist.
Hij wordt begeleidt door twee mannen van de spoorwegpolitie.
Er staat een vervangende trein. Bestemming Utrecht.
De trein is niet lang genoeg voor alle vertraagde en gestrande passagiers.
Dat wordt staan.
In de eerste klas heerst verbroedering.
De klassenscheiding is tijdelijk opgeheven.
De elite en het volk zijn even een.
Studenten en chic, het zit of staat naast elkaar.
Wilt u zitten, hoor ik achter me.
Een jongen staat op en biedt zijn zitplaats aan.
Dan kan ik niet achter blijven, zegt een jonge student.
De schaarse zitplaatsen worden min of meer eerlijk verdeeld naar leeftijd.
Er ontstaan gesprekjes. Over een gemist vliegtuig.
Over een gemist concert in het concertgebouw.
Over de Spoorwegen in het algemeen.
Er is een onverstaanbaar omroepbericht.
Wie het weet mag het zeggen, roept een vrouw.
Baanvak-storingen, klinkt er door de coupé.
Baanvak-storingen. Wat dat is weet niemand.
Het resultaat ervan is wel merkbaar.
De trein rijdt langzaam of helemaal niet.
In Utrecht wordt er afscheid genomen.
Van de mevrouw van het gemiste concert.
Van de drie mannen die spontaan een gesprek beginnen.
Van het stel van een weekendje Groningen.
Van de galante studenten.
Van het verliefde sudoku spelende stelletje.
Van de wat stugge man in de rode broek.
Van de - wie het weet mag het zeggen - mevrouw.
In Utrecht stappen de geradbraakte reizigers uit.
Ik ren en haal nog net de intercity naar Maastricht.
Het gevoel van eenheid is verdwenen.
In deze trein is geen weet van een ongeluk bij Amersfoort.
Dag Anna, hoor ik een vriendelijke stem zeggen.
Reis je ook naar Maastricht.
Ja, hijg ik van het rennen om de trein te halen.
Loop de aardige vragensteller snel voorbij.
Snel. Te snel.
Alsof ik te voet naar Maastricht probeer te rennen.
De rest van de twee uur durende reis sociaal zijn.
Die energie is er niet.
Zal de aardige vragensteller t.z.t. uitleg te geven voor mijn bizarre gedrag.
Het was iets teveel avontuur op deze reis.
Anna