Apollo en Dionysius
« ratio aan het werk | no picture please | waterprocessie maastricht 9 »
Een jaar naar toegeleefd. De eerste dag, De eerste studiedag aan de universiteit.
Wat is het, inhaal-spijt-studie? A career-change? Maakt het wat uit?
De introductie-dag. Probeer niet te focussen. Niet te zien hoe jong ze zijn, mijn mede-studenten.
Dat wist je toch, Anna. Ze zijn jong en jij niet. Toch. Stille hoop. Een paar medestanders.
Een paar lotgenoten tussen de, hoeveel zijn het er, driehonderd? eerstejaars. Niemand, jawel, één oudere student.
Ze negeert me, of verbeeld ik me dat maar. Ze praat geanimeerd met de studiebegeleider.
De studiebegeleider zegt tegen haar dat het lijkt alsof ze zich al helemaal thuis voelt op de opleiding.
Dat zou ik ook wel willen. Niemand praat tegen me. Ik heb het gevoel onzichtbaar te zijn.
Vanochtend kreeg ik een email van mijn nichtje. Vrijdag as. zal ik haar bruiloft fotograferen.
Meneer pastoor heeft gevraagd voor een professionele fotograaf. Een 'onzichtbare' fotograaf.
Een fotograaf die niet hinderlijk aanwezig is bij een plechtigheid. Dat kan ik wel, onzichtbaar zijn.
Vandaag heb ik niks aan mijn vermogen tot onzichtbaarheid.
De studie-leider geeft een inleiding over de opleiding. Teksten, zegt hij. Wij gaan ons bezig houden met teksten.
Na de introductiedag loop ik naar huis met een plastic zak vol met teksten. Drie boeken, twee readers en een stencil. Blader in de boeken. Het eerste boek is gezet in een lelijk lettertype. Veel te vet.
De reader is slordig opgemaakt met lelijke plaatjes.
Het is me duidelijk. Anna, opgeleid als vormgever, is ingetreden in de wereld van de tekst.
De overgang is te abrupt. Op weg naar huis loop ik de fotovakwinkel binnen.
Laat me voorlichten over het nieuwste fototoestel en welke lens daar dan bij hoort.
Wordt in de watten gelegd als vaste klant. Twijfel, een nieuw toestel.
Zal ik nog genoeg foto-opdrachten krijgen nu ik ga studeren.
Loop naar de AH. Kom M. tegen voor mijn fotoshoot van vrijdag as. Ze straalt.
Er is iets met je, zeg ik.
Dat klopt, zegt ze. Ik ben verliefd.
M. is op haar vakantie een nieuwe liefde tegen gekomen.
Het is je aan te zien, zeg ik.
Hij woont ver weg, zegt M. Net zo ver weg als jou geliefde.
Dat is ver, zeg ik.
Anna