afval
« open monumentendagen | no picture please | de buurt »
En wat doe jij, vraagt de oom waar ik na jaren weer eens op bezoek ben.
Decor-ontwerp, zeg ik.
Hij kijkt me niet begrijpend aan.
Wij noemen dat bühnen-bouwer, zegt de tante.
Bühnen-bouwer. Je werkt toch niet in Duitsland?
Maak je die grote shows? Die zijn mooi, die grote Duitse shows.
Werk je in Duitsland?
Niet in Duitsland, zeg ik.
Zus zegt, je bent toch ook fotograaf. Je werkt toch ook voor mij, in de grafische sector.
Wat doe jij eigenlijk, wordt me vaak gevraagd en ik heb er geen goed antwoord op.
A zegt, je moet één antwoord geven anders is het verwarrend voor de mensen.
Je moet zeggen dat je fotograaf bent dat is helder.
Vandaag is open monumentendag en Het Parcours in Maastricht. De opening van het culturele seizoen.
Loop door de stad, zonder fototoestel. Het is een vrije dag.
Kan het toch niet laten om foto's te maken met de telefoon.
Een fanfare trekt voorbij en nog één. Op het Vrijthof wordt erg vals gezongen door een operette-vereniging.
D. SMS't dat ze bij café Zuid aan de Jazz zit en daarn doorgaat naar het stadspark voor de Sinti-muziek.
Maastricht is een muziekstad en één groot café.
Maak foto's van een industrieel monument langs de Maas. Het ligt vol met afval.
Heb een boek gekocht. De geschiedenis van de lelijkheid, geschreven door Umberto Eco.
Andy Warhol zegt, Ik heb altijd graag met afval gewerkt. Dingen die worden weggegooid en waarvan iedereen weet dat ze niet meer goed zijn. Ik ben altijd van mening geweest dat je je daarmee nog best kunt vermaken. Het is een soort recycling. Ik heb altijd gedacht dat er veel humor stak in afval.
Er zijn veel mensen op de wereld die van afval leven. De Karung guni.
De Rag and bone man. De waste picker of de scavenger.
Trivia sections are discouraged under Wikipedia guidelines. zegt Wikipedia streng.
Ik ga weer studeren, zeg ik tegen Indy. Aan de universiteit
Wat ga je studeren?
Cultuurwetenschappen. Heb al een idee voor de scriptie. De symboliek van de tuinkabouter.
Indy zwijgt. Een halve seconde heeft ze gelooft in mijn wetenschappelijke carrière.
Dat wordt onderschat, zeg ik. Onderzoek naar schijnbaar triviale onderwerpen zoals de tuinkabouter.
In het boek De geschiedenis van de lelijkheid heeft Umberto Eco het over tuinkabouter.
Dat is Umberto Eco, dat wil nog niet zeggen dat jij iets slims kan zeggen over de kabouter, zegt Indy.
Daarom ga ik ook studeren, zeg ik.
Dat is goed, zegt Indy. Ik denk dat jij gaat bewijzen dat uiteindelijk alles terug te leiden is tot de tuinkabouter.
Loop de stad in. Voor de musical HAIR heeft A. me gevraagd rekwisieten te kopen. Een boeddha moet er gekocht worden en een waterpijp.
Loop naar de grow-shop. Aan een lantaarnpaal voor de winkel staat een grote plastic kabouter. In de etalage staan paddestoelen.
Mijn eerste bewijs. Een directe lijn naar de kabouter.
De regisseur wil dat de acteurs in de musical HAIR punniken. Mijn taak is te onderzoeken wat punniken is en welk gereedschap daarvoor gebruikt werd.
Het was allemaal nog zo onschuldig in de jaren zeventig. In het oranje en bruine interieur hing hier een daar tegen het gebloemde behang een planthanger van macramé. Het touw was zo stevig dat de plantenhangers jaren en jaren meegingen, ongeacht de kwaliteit van de knopen. Punniken was ook zo'n bezigheid om de jaren zeventig te verdrijven. Een gepaster woord is nooit gevonden voor het gefrunnik aan die touwtjes, die met wankele spijkertjes waren bevestigd aan doorboorde paddestoelen. Met een onhandige naald frommelde de crea draadjes in een gat tot er een nutteloze dikke draad uitkwam waar dan weer spuuglelijke mutsen, tassen en sjaals van werden gemaakt. Punniken.
Juist en wat is het attribuut waarmee de crea punnikt. Een paddestoel.
Ben de studie nog niet begonnen en heb nu al twee bewijzen dat alles terug te leiden is tot de tuinkabouter en zijn behuizing.
Vandaag loop ik nietsvermoedend door de stad. Een vrije dag. Open monumentendag. Het Parcours. De opening van het culturele seizoen. A. belt. Er moeten rekwisieten gekocht worden voor de musical HAIR. Het moet snel. We hebben een boeddha nodig en grote joints en banken en een punik-paddstoel en...
Loop de stad in op zoek naar een boeddha. Er zijn veel soorten boeddha's.
In de volksmond wordt de lachende boeddha de dikbuik met het kale hoofd boeddha genoemd. Het was echter de Chinese zenmeester Poe-Tai-Ho-Shang. Hij staat voor de brenger van geluk. Deze ”boeddha” moet je krijgen. Je kunt je eigen geluk namelijk niet kopen. De echte boeddha is echter de prins Siddharta uit India. Deze legde zijn sieraden af en is gaan mediteren. Hij is de grondlegger van het boeddhisme.
De regisseur wil geen lachende boeddha, hij wil een serieuze boeddha. Een echte.
Vind de goede boeddha en verdiep me in de kunst van een joint rollen.
Om mijn werk te kunnen doen moet ik weten hoe je een joint rolt. Want in de musical HAIR worden joints gerookt. Dat is trivia kennis zegt Wikipedia.
In het boek De geschiedenis van de lelijkheid filosofeert Andy Warhol over de film van Esther Williams waarin honderden meisjes van een duikplank duiken.
Hij stelt zich voor hoe de audities gegaan zijn en hoe vaak ze een opname opnieuw hebben moeten draaien omdat een meisje niet durfde duiken op het moment dat het moest. Hij zegt. Het shot kwam als afval op de grond van de montagetafel terecht en met die handeling werd ook het meisje als afval weggegooid. De scène zonder de schnitts zou veel leuker geweest zijn dat de scène waarin alles perfect gaat. Het meisje dat niet had gedoken zou de ster van de scène geweest zijn. Het afval-meisje als ster.
[Andy Warhal, De filosofie van Andy Warhal 1975]
A. belt. Weet je hoe het heet, het werk dat ik doe, vraag ik hem.
Jij bent een vliegende keep, zegt A.
Een duivelstoejager, zeg ik.