31.8.07

de zon in de chrysant

« In paradisum | no picture please | niet gezellig »

In een bloemenzaak wil ik een boeketje kopen voor mijn overleden tante.
De tante had een tuin. In de tuin stonden bloemen. Dahlia's, chrysanten...
Die bloemen werden niet geplukt. Bloemen in een vaas gaan dood.
Het is een vreemd gebruik om bloemen in een vaas te houden als je er ook van kan genieten in de tuin. De tante is dood. Ik wil een boeket kopen voor op het graf.
Een boeket bloemen dat bij haar past. Bloemen die uitdrukken wie ze was.
Dat vertel ik de meneer van de dure bloemenwinkel.
Ik vertel van de chrysanten in de tuin en dat ik daar graag een boeket van wil.
Van de vaas vertel ik niet en dat bloemen daarin dood gaan.
Ik vertel dat ik een boeket wil van chrysanten of dahlia's maar dahlia's heeft hij niet. Dat het boeket een kwetsbaar boeket moet worden, niet te stevig, zeg ik.
Want dat was hoe zij was. Sterk en kwetsbaar tegelijkertijd. En zonder opsmuk.
Ik wijs de bloemen aan die volgens mij in het boeket moeten.
De bloemenverkoper zegt dat dat niet kan.
De combinatie van bloemen die ik heb uitgezocht vind hij lelijk.
Hij wil een mooi boeket maken. Een kloppend boeket.
Een boeket dat past bij het cachet van zijn zaak.
Dat kan niet, zegt hij, die bloemen bij elkaar.
Ik vind het mooi, zeg ik en na die opmerking zegt de bloemenverkoper niks meer tegen me. Hij wijst op een paarse roos die hij bij het boeket wil voegen en ik schud nee.
Mijn tante is nooit getrouwd. Ze is als jong meisje bij mensen 'in huis' gegaan.
Zo ging dat vroeger. Ze is altijd alleen gebleven en toen ze op haar zestigste kennis kreeg aan een man, toen hoefde het niet meer.
Ik vind het een leuke man, zei ze. Maar ik ga niet bij hem wonen. Hij heeft kippen, varkens en een paard. Ik heb genoeg gewerkt in mijn leven.
De bloemenman doet nog een paar suggesties om het boeket in overeenstemming te krijgen met de kwaliteitsstandaard van zijn winkel. Op het laatst voegt hij er ongevraagd eikenblad-bladeren tussen en een soort gekunsteld rood nepgras.
Zo dan, zegt hij en hij verdwijnt om de bloemen in het keurslijf van een boeket te dwingen.
Niks kwetsbaar. Niks veldboeket uitstraling.
Hij pakt de bloemen in grijs plastic met een lintje erom en vraagt of ik het mooi vind.
Prachtig, zeg ik en probeer er gelukkig bij te kijken.
Thuis zal ik de strakke elastiek rond de bloemenstelen losmaken.
Ik zal het aanstellerige eikenblad verwijderen en ook de rood geverfde grasstengels die niet in het boeket horen. Ik zal de bloemen losjes met een touwtje samenbinden, zonder plastic, zonder lintje, gewoon aan de lucht.
Een beetje slordig, een beetje wild, gewoon zoals mijn tante was toen ze nog leefde.

Anna

Older Post Newer Post

Label Cloud

Search

© no picture please