bij de Jamin
« lotusflower | home | de ziel »
Schat, pak eens even een mandje.
Ik kijk op. Het is een kleine winkel, de Jamin.
Hoe ver kan je verwijderd zijn van de mandjes dat je niet zelf een mandje kan pakken.
Schat staat inderdaad dichter bij de mandjes.
De mandjes staan bij de ingang en de vrouw die haar man verzoekt om een mandje staat bij de spekjes. Ze heeft een zak met spekjes in haar hand.
Kijk deze spekjes, zegt ze en houdt een puntzak spekjes omhoog.
De man loopt richting zijn vrouw om de spekjes van dichtbij te bekijken maar zij beslist anders. Eerst een mandje.
Schat, pak eens een mandje.
Dat is een direct bevel. Geen twijfel mogelijk.
Schat draait zich om om een mandje te gaan halen.
De vrouw kijkt triomfantelijk om zich heen om te kijken of ze de aandacht heeft. Ze heeft mijn aandacht. Ik wil weten waarvoor ze een mandje nodig heeft in een snoepwinkel. Ben benieuwd naar de hoeveelheden snoep die ze denkt in te slaan en voor welke gelegenheid.
Zij, op hakjes, een dun zomerjurkje, de lange donkerblonde haren los, legt twee zakjes spekjes in het mandje.
Hij, houdt het mandje vast. Zo stoer mogelijk. Hij is lang, heeft een norse uitdrukking, een zwart kapsel, een hip geknipt baardstukje en een mandje.
Na de spekjes wil hakjes dun zomerjurkje nog drop. Het duurt even eer ze haar keuze gemaakt heeft. Ze zwaait met de grote witte lepel. De grote witte lepel waarmee ze de drop in de puntzak schept. Ze zwaait ook met haar lange blonde haren. De wine-gums schept ze niet met de lepel. Dat doet ze met haar vingers.
Ik neem de lekkerste, zegt ze, terwijl ze in het snoep graait. Ik neem de lekkerste.
Ze kijkt of ik nog steeds op haar let. Ik let nog steeds op haar.
Ze zullen wel kijken, zegt ze, maar daar trek ik me niks van aan. Ze zullen wel kijken.
Aangezien ik de enige klant in de winkel ben zal ze wel refereren aan al de andere keren dat ze de wine-gums met haar handen geselecteerd heeft op de lekkerste. Jurkje zwaait weer met de witte lepel en haar lange blonde haren en vist ondertussen met haar vingers on-sanitair in de wine-gums. Dat is allemaal reuze interessant, het werkelijke drama speelt zich achter haar rug af. De man met het mandje. De man met het mandje blijft maar proberen een houding aan te nemen. Van zichzelf ziet hij er stoer uit. Het lukt hem niet zijn stoer te staan met een halfleeg mandje. Met zijn pink kan hij de twee zakken spekjes dragen. Nu draagt hij ze in een mandje. Met het mandje en de twee zakken spekjes erin staat hij in de winkel. Ik doe geen enkele poging om hem niet te zien. Terwijl zijn vrouw met de wine-gums bezig is, kijk ik naar hem en zijn mandje. Hij doet een poging het mandje zo vast te houden dat het niet lullig uitziet. Dat lukt niet. Hij concentreert zich op de houding. Hij probeert tegen het lolly-rek te leunen maar tegen het lolly-rek valt niks te leunen. Niet stoer. Hij trekt het mandje onder zijn arm als een schouder-tas. Nog steeds niet stoer. Zij neemt de tijd bij de drop. Aan het gezicht van de man te zien heb ik hem genoeg geobserveerd. Dan is ze klaar met de drop. De drop draagt ze zelf naar de kassa. Hij loopt met het mandje achter haar aan. Hij weet heel goed wie de aandacht trekt in de winkel. Niet zij met de zomerhakjes en het dunne jurkje. Hij, wachten in de Jamin met twee zakken spekjes in een mandje. Dat is niet stoer. Dat valt niet te compenseren met een grote oor-piercing, leren broek, norse uitdrukking, zwart kapsel en hip geknipt baardstukje.
In de trein. Een vrouw schopt haar schoenen uit en legt haar panty-voeten naast me op de bank.
Dat ik dat niet prettig vind, zeg ik.
Ik heb ze vanmorgen nog gewassen hoor, zegt de vrouw.