5.10.10

we hebben kunst om niet aan de waarheid te sterven

« de beggar and his shoes... | no picture please | Alice... »


In In de ban van de tegenstander probeert een Joods jongetje te begrijpen waarom hij zoveel haat oproept in Hitler.
Lang weigert hij de rol die hem opgedrongen wordt, totdat hij zijn beste vriend verliest.
Zijn vriend legt hem uit dat Hitler 'gewoon' iemand nodig heeft voor zijn doel.
Een vijand bijvoorbeeld en hij vertelt de jongen het verhaal van de elanden.

De Duitse keizer was op bezoek bij zijn neef de tsaar van Rusland.
Hij schonk de keizer een kudde elanden.
De keizer zocht een plek waar de dieren zich thuis zouden voelen.
Hij liet een natuurreservaat bouwen en enige tijd leefden de dieren ongehinderd.
Maar na een paar jaar werd de kudde kleiner. De dieren stierven en men wist niet waarom.
'Tegelijkertijd was het alsof de overlevenden steeds apathischer werden.
Hun sprongen waren minder gedurfd en op de vlucht gejaagd draafden zij niet meer zo zwevend heuvel op heuvel af.'
Alles werd gedaan om de keizerlijke elanden in leven te houden maar vergeefs.
De keizer vroeg raad aan de tsaar. 
De tsaar stuurde een oude man, zijn beste bosbouwkundige, die een jaar lang onderzoek deed.
Hij zei: 'Ik heb alles onderzocht. Het hooi is goed en de bladeren zijn voedzaam.
Het klimaat is goed, de grond en het bos en de vlakten zijn goed.
U heeft alles gedaan wat een mens kan doen om de dieren in leven te houden.
Het ontbreekt ze aan niets.'
'Waarom sterven ze dan?' vroeg de keizer ongeduldig.
'Als het hun aan niets ontbreekt, waarom sterven ze dan?'
'Ze missen de wolven.'
'De wolven?'
Ja, zei de oude man, 'het zijn de wolven die ze missen.'

De jongen begrijpt het verhaal van zijn vriend niet onmiddellijk.
Hij sputtert tegen. Waarom een verhaal over dieren vertellen als het over mensen gaat.

De jongen vergeet het verhaal, totdat hij, bijna volwassen, denkt te begrijpen wat het betekend.
De oorlog raast, de jongen ligt op bed, het is koud, ijs, wind, geluid van vliegtuigen.

'Plotseling dook het verhaal weer op.
Er was sprake van elanden en wolven en van allerlei dat zich afspeelt tussen elanden en wolven.
Destijds had ik het verhaal niet helemaal begrepen, ik was jong.
Ik herinner me nog dat de elanden stierven omdat ze de wolven misten.
Ze waren overgebracht naar een ander land en daar waren geen wolven.
Aangezien elanden echter de angst voor wolven nodig hebben om in leven te blijven, stierven ze uit.'

'Misschien ben ik zelf een eland geweest', denkt de jongen. 'Had ik maar een wolf kunnen zijn.
Het verhaal van de elanden is uit, zij stierven. Maar hoe verging het de wolven? Wie vertelt hun verhaal?'

De elanden zijn weggetrokken en zijn gestorven. Niemand begreep waarom. Maar nu woedt de dood onder de wolven.
Ook de wolven zijn sterfelijk. De tegenstander zal vallen, zoals alles valt wat afgestorven is. Als een dode tak, kaal en verdroogd.

'Ik heb mijn vijand herkend', zegt de jongen. 'Ik heb veel aan hem te danken. In hem heb ik mijn angst herkend.
De bitterheid van vijandschap schonk mij de zoetheid van het inzicht.'

uit Hans Keilson, In de ban van de tegenstander




anna

Older Posts Newer Posts

Label Cloud

Search

© no picture please