van het pad af geraakt, maar gered door jongens in fluoriserende hesjes...
« wittevrouwenveld 1... | no picture please | the skirt of the town... »
Was vanochtend gaan wandelen.
Langs de Maas.
Langs de Enci.
En precies voorbij de fabriek die er altijd eng uitziet begint het te regenen.
Niet zo hard, meer een buitje.
Loop Maastricht uit langs de hellingen van de St. Pietersberg.
In België draai ik terug via de helling.
Vroeger stond er een bordje bij dit pad.
Instortingsgevaar. Danger de chute of zoiets.
Gevaar voor vallende stenen.
Geen bordje dus ik denk, dat pad is veilig.
Er staat een nieuw bord. Natuurgebied.
Veel zeldzame planten, dieren, vleermuizen en spinnen.
Spinnen?
Klim via het pad de heuvel op.
Pad, pad, eerder paadje.
Het nieuwe natuurbeleid laat de natuur zijn gang gaan.
Op het paadje is de natuur zijn gang gegaan.
Omgevallen bomen.
Overwoekerde struiken.
Het pad wordt steeds smaller en onbegaanbaarder.
Meandert spectaculair omhoog en omlaag.
Het pad wordt steeds smaller en gevaarlijker.
Beneden, ver beneden me de Maas.
Spectaculair uitzicht maar begin me een beetje zorgen te maken.
Het heeft geregend. Het pad is steil, glad en smal.
Een misstap en ik flikker de berg af.
Het beste zou zijn om om te keren, maar mijn koppige ik loopt door.
Het pad verdwijnt weer tussen de bomen en begroeiing.
En dan hoor ik stemmen.
Mannenstemmen.
Drugsjongens? Criminelen?
Mannen die iets bekokstoven dat ik niet mag zien?
Loop stug door op het smalle pad.
De mannen schrikken als ze mij zien.
Wat krijgen we nou, zeggen ze.
Het zijn natuurmonumentenmannen die op deze onherbergzame plek over planten praten.
Ik zeg dat het pad heel slecht is en vraag de weg.
Ze wijzen omhoog maar ik zie alleen maar omgevallen bomen.
Vraag het nog eens en ze wijzen weer omhoog.
Naar boven en dan kom je bij de grot, zeggen de mannen.
Komen er nog meer, vragen ze verbaasd.
Just me, zeg ik en passeer de wereldvreemde biologen.
Het pad omhoog is nog minder een pad dan waar ik vandaan kom.
Het gaat heel steil omhoog en er liggen dikke bomen omgewaaid.
Moet kiezen, er onelegant overheen klauteren, of er tuttig onderdoor.
Overheen dan maar en hoop dat de mannen niet kijken.
Klauter omhoog en kom inderdaad bij een mergelgrot uit.
En nu?
Sta nog steeds midden in het bos ver van begaanbare paden.
Er zit niks anders op dan verder omhoog te klimmen.
Het wordt nu echt heel steil.
Kruip op handen en voeten omhoog en kijk niet om.
Buiten adem bereik ik een pad.
Een breed pad.
Een aangelegd pad.
Een pad voor wandelaars en joggers.
Loop straf verder en groet passanten renners.
Kijk daarbij stoer alsof ik niet zojuist erg van het pad afgeraakt ben.
Na een half uurtje ben ik terug in bekend gebied.
Nederland.
Daal de Pietersberg af.
Onderaan de helling staan twee jongen in fluoriserende hesjes.
Als je een fluoriserend hesje draagt is er iets aan de hand.
Ik vraag me af wat er aan de hand is.
Er komt een groepje wielrenners voorbij.
Zou dat het zijn, een wielerwedstrijd?
Maar de mannen fietsen wel erg langzaam voor een wedstrijd.
Wordt erg nieuwsgierig naar de hesjesjongens.
Onderaan de heuvel stop ik, kijk naar ze en wacht af.
Ze lijken me niet te zien maar doen wel wat.
Ze lopen de weg op als verkeersregelaars en stoppen het verkeer.
Van de ene kant stoppen ze een auto en van de andere kant een fietser.
Wordt nu echt heel erg nieuwsgierig.
Ben ik getuige van een theaterperformance?
Wat gaan de jongens in gekleurde hesjes doen?
Ik kijk in het lachende gezicht van de fietsende vrouw die afgestapt is.
Wat is eraan de hand vraag ik, wat gaat er gebeuren?
Ze moet nog harder lachen.
Er is een georganiseerde wandeltocht, zegt ze.
Deze jongens zorgen ervoor dat de mensen veilig kunnen oversteken.
Maar ik neem aan dat jij op jezelf bent?
Het dringt nu pas tot me door dat ik oorzaak ben van het gedrag van de jongens.
In dodelijke ernst willen ze me helpen veilig de weg over te steken.
Loop terug richting stad.
Kom georganiseerde wandelaars tegen en meer jonge mensen met hesjes.
Ze waarschuwen voor de gevaren van het verkeer.
Ben vanochtend van het pad af geraakt.
Dat was best eng maar ook stoer.
Loop de stad in. Het regent.
Stadsmensen worden niet nat want die hebben paraplu's
Vind paraplu's mogelijk nog tuttiger dan onder een boomstam kruipen.
Gevolg wel dat ik van alle stadsmensen degene ben die echt erg nat wordt.
Een beetje nadruppend wacht ik tot de boekhandel open gaat.
De boekhandel is de enige winkel in de stad die elke zondag open is.
Koop een boek [niet liegen twee boeken] en ga die nu in de zon,
op mijn veilige balkonnetje lezen...
Anna