24.4.08

weblogstukje

« weblogstukje zweefboeren... | no picture please | welke vogels maken een slordig nest.... »

Avond
Een brandweerauto komt sirenes aan de straat in rijden. Stap op mijn balkon om te kijken. Kijk naar rechts naar de uitgerukte brandweermannen. Kijk naar links in het gezicht van Buurman en zijn vrouw. We moeten allebei lachen om de gretige nieuwsgierigheid van het-uit-het-raam-hangen-kijken-naar-sensatie-zucht

Ochtend
Op de renroute zijn ze er weer, de hondenmannen.
De lange slungelige man met langzame hond.
Morgen!
De kleine gedrongen kok van het eetcafé met de gespierde hond Gerda.
Morgen!
Ik ren ze voorbij en groet de vroege wandelaars.
Dat de hond van de kok Gerda heet weet ik omdat de kok zegt, Kom Gerda we lopen weer eens verder.
Hij zegt dat tegen de man in de scootmobiel die hem aan de praat houdt.
De man van de scootmobiel rijdt langs me op en wil wel vertellen waar het praatje over ging.
Gerda is nl. een pup uit zijn nest geweest. En Gerda kent hem nog.
Gerda is al op leeftijd en de man verbaast zich over het honden geheugen.
Omdat ik niet meteen iets terug zeg behalve, ja..ja..op gezette tijden denkt de voormalig hondenfokker dat ik hem niet versta. Hij schakelt over in het Nederlands. Dat is toch gek hè, dat die honden dat onthouden.
Ja. ja, zeg ik hijgend en probeer de rook van zijn sjekkie niet in te ademen.

Middag
In de supermarkt laadt een oude man flessen port in zijn mandje. De flessen rinkelen tegen elkaar aan. Blijf even kijken en verbaas me over de hoeveelheid flessen die hij vandaag denkt nodig te hebben. Hij heeft een zwart rolkoffertje bij zich om de drankvoorraad te vervoeren. Hij heeft verder niks nodig van eten.

Een auto rijdt met hoge snelheid de brug over en moet dan heel hard remmen voor het fietspad. Ik vraag me af wat mijn reactie zal zijn als de auto de overstekende fietsers geschept zou hebben.

Een vrouw loopt met haar man door de stad. Ze stoppen voor een speelgoedwinkel.
Buiten de winkel staan drie loopstokken voor kinderen. Het zijn grappige mannetjes met belletjes en vrolijke kleurtjes. Ze zijn op een ronde ton gemonteerd. De ton draait rond, zodat de wieltjes van de loopstokken draaien en het lijkt alsof de mannetjes rennen. De vrouw begint tegen de rennende mannetjes te praten. Ze is er kennelijk al eerder aan voorbij gelopen want ze zegt,
Ach, zijn jullie nu nog steeds aan het rennen?
Ach jongens, zijn jullie nu nog niet moe?
Zijn jullie niet moe? Wordt je daar niet moe van?
De rennende mannetjes zeggen niks terug uiteraard.

De zon schijnt op het nest.
Moeder is even de benen gaan strekken de eitjes blijven vanzelf warm.


Loop de lange route naar de bouwmarkt [lichaamsbeweging] en kom langs de Timmerfabriek.
De restauratie is bijna klaar en het is erg mooi geworden. Een schilder staat voor het raam en poetst verfvlekjes weg. Hij zwaait en zwaai terug. Gluur door de hoofdingang naar binnen. Zie een intiem plaatje van een op de knielen zittende voorovergebogen bouwvakker met een te kleine broek. Een jongen herstelt de betonnen gevelrand. Het is stuken met cement en de jongen doet het heel kunstig.
Zie dat hij nog erg jong is en dan al zo handig.

In de bouwmarkt zijn de tuinmeubelen in de aanbieding maar ik heb geen tuinmeubelen nodig. Als ik de groene aanslag van mijn oude meubels poetst zijn die nog prima te gebruiken. In de bouwmarkt zegt de verkoopster me goeiendag en zeg hoi terug.

Werk aan drie boeken tegelijk, Maxwell, Pascal en Mendel en vraag me af waar deze mannen ook alweer beroemd om geworden zijn. Ondertussen kijk/luister ik naar Holland Doc een documentaire over een man die een bankoverval gepleegd heeft om de sex-veranderings-operatie van zijn vriend/vriendin te betalen.

Avond
Moeders is terug gekomen en zit weer op haar nest. Ze zit gezellig naar buiten te kijken en ik denk dat ze me al een beetje kent. Bij de glasbak staat een zwerver het etiket van een stenen fles jenever te lezen. Hij maakt er zachte instemmende geluidjes bij. Bij de galerie bij het hotel wordt een film opgenomen. Of ik alsjeblieft niet door het licht wil lopen zegt een meisje met een walkie-talkie. Voor de galerie staat een tafel met catering-eten. Filmen is vooral wachten. De meeste mensen van de crew zitten te wachten. Ze eten druiven en knabbelen op stukjes appel. De galerie-houdster zit op een regisseursstoel op het stoepje voor haar galerie.
Zij moet ook wachten.

Op de voorpagina van de krant staat een foto van een cola-spuit-fontijn-festijn. Veel mensen in blauwe plastic capes die allemaal tegelijk een fontein maken van een fles cola. Dat kan door er een snoepje Mentos in te stoppen. Een hype op internet die de krant haalt. Zou het toch waar zijn dat het nieuws steeds trivialer wordt.

Kijk op Holland Doc naar een documentaire over internetgebruik onder jongeren. En hoe ouders zich zorgen maken over het MSN-gedrag van hun kinderen. Werk verder aan een boek over koken. Weet nu voor eeuwig wat een 'oeuf hamine' is maar dat is kennis waar je niks aan hebt. Had een stukje willen schrijven over het Apollinische en Dionysische aspect van bloggen en waarom er behoefte bestaat aan anoniem bloggen. Dat is er niet van gekomen. Wel vond ik nog dit stukje van André Klukhuhn. Een filosofische rechtvaardiging van het plezier in drinken.

Nietzsches borreluur

Verschrikkelijke eenzaamheid van de laatste stamgast! Hij wordt van alle kanten door de muren aangestaard. Gieren zweven boven hem. En zo roept hij naar de barkeeper: Geef mij vergetelheid! Vergetelheid!
[vrij naar Friedrich Nietzsche]
Menig drinker voelt zich gehinderd en zelfs bedreigd door de vreselijke gevolgen die alcoholgebruik kan hebben. Met elke slok schijnen er immers miljoenen hersencellen tegelijk het loodje te leggen. Maar omdat desondanks het verlangen naar alcohol even moeilijk te weerstaan blijft, is er, met name in intellectuele kringen waarin het bezit van onaangetaste hersenen hoog wordt gewaardeerd, grote behoefte aan een filosofische rechtvaardiging van het plezier in het drinken. Die rechtvaardiging an gevonden worden bij Friedrich Nietzsche.

In de opvatting van Nietzsche wordt het toneel van het leven beheerst door het dramatische kooigevecht tussen twee driften, belichaamd door de halfbroers Dionysus, god van de wijn en de roes, en Apollo, god van de orde en de bezinning, zonen van Zeus. De dionysische roes betreft de extase van het chaotische, zichzelf scheppende en vernietigende leven, zo tomeloos en afgrondelijk dat het de mens niet is gegeven die zonder verschrikkelijke gevolgen te kunnen doorstaan. Wat er daarom tegenover gesteld moet worden is de koele, heldere, apollinische droom, de vorm waarin het van zichzelf vormloze dionysische wordt gegoten, of de sluier waarin het niet direct te aanschouwen dionysische zich hult, het masker waarachter het zich verbergt. In de theoretische reflectie van het apollinische wordt, kortom, de extatische roes van het dionysische geobjectiveerd of voorstelbaar en aanschouwelijk gemaakt.

Maar, zegt Nietzsche, met het verschijnen van Socrates, de eerste uitgesproken theoretische mens, heeft Apollo in de bloedige strijd te zeer de overhand gekregen. Sedertdien heeft de mens van zijn meningen, ideeën en theorieën keiharde, gevoelsbestendige voorstellingen gemaakt, waarmee het pijnlijke en angstaanjagende dionysische in een wurgende houdgreep kan worden genomen, maar heeft tegelijk daarmee het bruisende en scheppende leven volledig buitengesloten. Om in plaats van zijn theoretische, klimaatbeheerste bestaan weer een chaotischer, maar als zinvoller ervaren leven te kunnen leiden, zou de mens in het tweegevecht tussen de beide goden zonen Dionysus de helpende hand moeten reiken door de veel te rigide apollinische standpunten en meningen overboord te zetten.

Hij zegt dat je je niet door begrippen, maar door intuïties moet laten leiden
Om dat te bereiken is het nodig Apollo te verdoven en Dionysus te sterken met wijn en bier. De hele constructie van ideeën en meningen, blijken zeer goed oplosbaar in alcohol.

De abstracte ideeën en meningen die gesloopt moeten worden, hebben in de materiële wereld hun pendant in de gecompliceerde neurale netwerken die door de hersencellen worden gevormd en ook deze laatste hebben dus gelijkelijk te lijden van het dionysische ritueel. Maar na de gebruikelijke periode van geestelijk en lichamelijk herstel - ook hersencellen kunnen zich herstellen - kan het bevrijde intellect weer nieuwe en interessante ideeën en theorieën optrekken. 'En in dat oneindige universum', schrijft Italo Calvino in een van zijn Memo's voor het volgende millennium, 'openen zich steeds andere wegen om te verkennen, heel nieuwe of heel oude, stijlen en vormen die ons beeld van de wereld kunnen veranderen...'.
bron: André Klukhuhn


Anna

Older Post Newer Post

Label Cloud

Search

© no picture please