swart man
Het regent. Als het regent kan je er achter komen of je jas waterdicht is. Mijn jack is niet waterdicht. Het is een windjack en geen regenjack. Dat zegt de verkoper in de winkel.
Als je rent moet je huid kunnen ademen en dat kan niet in een luchtdicht jack. Het regent en ik wordt nat in mijn windjack.
De andere renners dragen geen jack. Het Chinese meisje met de Ipod, de oude man en de neger, ze laten zich natregen.
De neger draagt zwarte kleren. Alleen zijn gymschoenen zijn wit. Je kan niet zien dat zijn kleren nat zijn. Ze zitten strak tegen zijn gespierde lichaam. De neger is lang en rent in wedstrijdtempo. Hij kijkt niet. Hij groet niet. Hij traint.
Hij rent me tegemoet en ik verbeeld me dat hij vandaag kijkt. Bewondering. Zij rent ook in de regen. Waar het pad zich versmalt passeer ik hem. Hij kijkt weer strak voor zich uit.
Hij is lang, ik moet naar hem opkijken. Geen krimp.
Passeer de oude man zonder jack. Hij groet. Hij draagt een wit t-shirt en een witte korte broek. Hij heeft lange witte benen.
Hij is nat geworden. De roze huid schijnt door zijn t-shirt heen.
5 augustus 2006