29.10.12

koperdiefstal...

« hoeveel zie als je niets verwacht | no picture please | lets be careful »

Zit met mijn moeder op het terras in de zon, het is koud maar de zon is te uitnodigend om binnen te zitten. Mijn moeder is een beetje boos, een begrafenis en een preek van een pastoor uit een naburig dorp die hel en verdoemenis predikt terwijl haar godsbeeld er een van troost en steun is, zijn de reden. We praten over identiteit en herinnering en de oplevende belangstelling voor cultureel erfgoed en de hernieuwde interesse voor het mijnverleden.
Er komen twee boeken uit over de mijnen, vertel ik mijn moeder, een wetenschappelijke uitgave en een gepopulariseerde versie van Wiel Kusters.
Mmm, zegt mijn moeder, ik ben benieuwd, die Diederen die heeft nog bij je vader in de klas gezeten, die heeft indertijd ook een boek geschreven over de mijnen, die heeft van alles bij elkaar verzonnen, die is nauwelijks beneden geweest.
Ik probeer mijn moeder gerust te stellen dat het dit keer een wetenschappelijke uitgave is en dat de mijnwerkers zelf aan het woord komen.
Die Culturele Hoofdstad en dat Cultureel Erfgoed die zich nu het mijnverleden toe-eigenen dat zijn dezelfde die ons vroeger met de nek aankeken, als mijnwerker hoorde je bij de asocialen, moppert mijn moeder nog een beetje na. Terwijl, die kameraadschap die was enorm, zet drie mijnwerkers bij elkaar en je kan net zo goed koffie gaan drinken want ze praten nergens anders over. Toen wij verhuisden...
[Voor het verhaal is het belangrijk te weten dat we vanuit een toen typisch mijnwerkersdorp verhuisden naar een 'sjieker' dorp waar de notabelen woonden, al was het maar 5 kilometer verder]
Toen we verhuisden en ik het beroep van je vader invulde voor het telefoonboek: mijnwerker werd ik daar op aangesproken. Mijnwerkers dat zijn de asocialen. Mijnwerker, voor mij was je vader mijnwerker hoewel hij toen al lang beambte was.
We praten verder over Cultureel Erfgoed en waarom er eerst gesloopt en verzwegen wordt eer er herdacht kan worden. De oude industriële gebouwen van de mijnen of zoals in Maastricht het Sphinx-gebouw zijn of gesloopt of totaal onderkomen en gestript door koperdieven en nu worden ze ingezet om een stad Culturele hoofdstad te laten worden.
Ik beloof mijn moeder dat ik er een stukje over zal schrijven want ik deel haar boosheid wel.



Ben je al aan het schrijven, vraagt ze.
Ja, over knuffels.
Knuffels? En dat vinden ze goed op de universiteit?
Nou, nog niet helemaal.
Je moet de mensen niet zo in het harnas jagen, Anna.
Ach, een beetje uitdagen...het is indirect, ik kan niet schrijven over plichtsverzaking in het behoud van industrieële monumenten door de beheerders van cultureel erfgoed.
Ik stel mijn moeder gerust, het gaat wel over knuffels maar via die knuffels over identiteit, de identiteit van de mijnwerker bijvoorbeeld en uitgestelde rouwverwerking, in geval van trauma zoals in de generatie van mijn moeder de oorlog. Haar zusje is in de oorlog omgekomen in het bombardement van Geleen. Gerda heette ze. Over het bombardement is onlangs een boek  verschenen. De ondertitel is: het hele verhaal. De makers van het boek suggereren dat nu alle feiten bekend zijn deze episode in de geschiedenis afgesloten kan worden. Voor mijn moeder is er helemaal niets afgesloten.
Het voelt nog als even pijnlijk als toen, zegt ze. En niet alleen voor haar maar gezien de grote belangstelling voor de uitgave en de opkomst bij de presentatie van het boek, leeft het bij veel meer mensen nog als een actieve herinnering. Er werd niet over gesproken in die tijd, het werd verzwegen. Als rouw niet verwerkt wordt, wordt het overgedragen op de volgende generatie.
Is dat zo, vraagt mijn moeder verbaasd.
Ja, dat is zo, zeg ik en ik beloof mijn moeder een stukje over Gerda te schrijven.


knuffels


Doe onderzoek naar objecten met name de knuffels die mensen achter laten bij bermmonumenten. Bermmonumenten zijn tijdelijke herdenkingsplekken op plaatsen van trauma, waar mensen kaarsen, bloemen, briefjes of knuffels achterlaten. Over de naam van dit fenomeen zijn de academici het nog niet eens: Ephemeral memorials, Spontaeous shrines, Grassroots memorials, Makeshift memorials, Temperal memorials...al naar gelang de betekenis die eraan gegeven wordt en de nadruk die gelegd wordt op religieuze connotaties of niet. Het hangt ervan af of je de bermmonumenten als een al dan niet katholiek verschijnsel ziet of ze in de wat bredere definitie bekijkt in de zin van de sacred-profane dichotomy van de Franse socioloog Durkheim. Ik lees Religion and Ritual: The Definitional Problem en duik in het archief van het Meertens Instituut.



In Maastricht staat of misschien kan je beter zeggen stond een kunstwerk in de Berenkuil in het stadspark. Er is veel verzet geweest tegen de halfautomatische Troostmachine . De Heerlense kunstenaar Michel Huisman verdient een lintje voor zijn doorzettingsvermogen dat de beelden er überhaupt zijn gekomen. Maastricht wil geen dode giraffe als herinnering aan de 'Berenkuil' kopt een artikel in de Volkskrant op 18 december 1998. De raadsleden vonden het kunstwerk dat de berenkuil moest herdenken 'waar Maastricht sinds de jaren twintig enkele generaties beren had gehuisvest te droevig en vooral te moeilijk. Wie beren herdenkt, legt toch geen dode giraffe in de kuil?,' aldus het artikel. Huisman vindt dat kortzichtig. Hij zegt met de giraffe het dierenleed in de wereld te willen symboliseren. 'Het is slap om een beer te herdenken met een replica van een beer. Ik ben gevraagd om een kunstwerk te maken, geen monument.' Naast de levensgrote giraffe van Huisman zit een vrouw die hem troostend aait zodra de toeschouwer op een stoeltje naast de berenkuil plaatsneemt.



Ik vind het toch jammer dat je het nu over bermmonumentjes gaat hebben, zegt A. mijn geduldig luisterende sparringpartner. Ik vind uitgestelde rouwverwerking een veel mooier onderwerp. Waarom moet je duiden wat de betekenis van bermmonumentjes is en of het het één of het ander is, het kan toch allebei zijn.
Ja, zeg ik, maar in de wetenschap kan dat niet. De wetenschap denkt in dichotomieën. Toch heeft hij gelijk mijn kritische meedenker, als je bermmonumenten zou benaderen via de kunst kom je ook tot een verklaring. Kunst biedt meer ambiguïteit dan wetenschap, het kan meerdere betekenissen hebben. Als Huisman zegt dat hij kunst maakt en geen monument bedoelt hij daarmee dat hij een particulier geval: beer Jo, transponeert naar een algemeen symbool. En dat is wat kunst doet, het particuliere algemeen maken zodat 'alle' mensen zich ermee kunnen identificeren en niet alleen de mensen die beer Jo gekend hebben. Het zou zomaar eens kunnen dat mensen die knuffels en bloemen en briefjes achterlaten op plekken van trauma niet persé treuren om het specifieke trauma ter plekke, niet om beer Jo in het bijzonder maar om dierenleed in het algemeen en wellicht ook om hun eigen uitgestelde traumaverwerking. Je zou bermmonumenten kunnen bestuderen vanuit het idee dat het kunst is en dan niet vanuit de vloek van de definitie van kunst à la Roger Scruton dat kunst mooi moet zijn en het sublieme moet uitdrukken maar vanuit de performatieve betekenis van kunst die zowel treurigheid uitdrukt maar ook troost biedt.

Zou het zo kunnen zijn dat als lieu de mémoire's door verwaarlozing en koperdieven verkwanseld worden en alleen in naam als cultureel erfgoed belangrijk gevonden worden en als bv. het herstel van de halfautomatische Troostmachine op zich laat wachten, mensen toch altijd ergens een plek zoeken om te rouwen en dat dat een onderdeel van een mogelijke verklaring zou kunnen zijn voor de populariteit van bermmonumenten, geïnspireerd door het wegvallen van de traditionele rouwrituelen en het ontbreken van een troostfunctie in religie?
 

wordt vervolgd...

Anna

Joep Delsing, woordvoerder van het Bevédère-project in Maastricht, zegt namens de gemeente naar aanleiding van de koperdiefstal in het Eiffelgebouw 'dat dieven altijd hun weg vinden'. Dat is ook zo maar het zijn niet altijd de 'asocialen' die koper stelen. Na sluiting van de steenkoolmijn in Waterschei/Genk is onmiddellijk na sluiting het grootste deel van de gebouwen gesloopt en is alleen het hoofdgebouw en de schacht als monument over gebleven. Het gebouw is volledig gestript door de eigenaren en de mijnlampen zijn omgesmolten vanwege de waarde van het ijzer en koper....

Die mijnlampen, er zijn er gelukkig toch nog erg veel van overgebleven zijn heel bijzonder omdat ze allemaal zo verschillend zijn. In het kader van het nieuwe boek over de mijnen is iemand al twee jaar bezig om de verschillende mijnlampen te inventariseren en met die Karel zou ik ook wel eens willen afspreken, want waarom al die lampen zo verschillend zijn daar heeft de wetenschap volgens mij ook nog geen antwoord op...



6.10.12

Let's be careful out there...

« koperdiefstal | no picture please | een gaatje in de broek 2

Tijdens mijn studie cultuurwetenschappen heb ik twee keer een les gemist één keer vanwege een symposium en één keer omdat de koningin in Maastricht was. De tweede afwezigheid van de les werd me zwaarder aangerekend dan de eerste. Wegblijven vanwege een symposium is iets anders dan wegblijven vanwege foto's maken van het staatshoofd. Een foto, een beeld verliest het altijd van de gedachte, het intellect. Maar toch heb ik geen spijt dat ik een les gemist heb waarin gepraat werd over welke researchmethoden geschikt zijn voor een cultuurwetenschapper. Soms is het net zo makkelijk om het gewoon te doen.

Makkelijk, makkelijk. Makkelijk was het niet. Makkelijk is het niet om een foto van de koningin te maken. De koningin komt niet op tijd namelijk. Moet je sowiso al ruim voor aanvang ter plekke zijn om je plekje achter de dranghekken te verzekeren, de koningin komt ook nog eens flink te laat.


Tot voor kort wist ik niet dat kapsalon een Turks snackbar-gerecht is, maar ik was wel bij het bezoek van Hare Majesteit de Koningin en de Turkse president, Zijne Excellentie Abdullah Gül, op 19 april 2012 aan Maastricht. Er was een noodverordening die dag: Om dit bezoek op een vlekkeloze manier te laten verlopen, zonder verstoring van de openbare orde, is het noodzakelijk om de handhaving van de openbare orde en de beperking van gevaar, in algemeen verbindende voorschriften vast te stellen.


Er was geen verstoring van de openbare orde, maar al die politieagenten en ME en security people moesten wel iets te doen hebben dus werd een hippy-achtige man met een wandelstok gevraagd of zijn stok een wapen was, werd een Oranje gezinde wat verwarde vrouw gevraagd haar tasje leeg te maken en mochten Turkse vlaggen niet over de extra stevige dranghekken gehangen worden.

  

Als kind op de kleuterschool heb ik ooit met een vlaggetje langs de Rijksweg gestaan om de koningin te begroeten op haar bezoek aan Limburg. We moesten daar best lang staan. Ze kwam voorbij uiteindelijk, maar het moment was nog korter dan het moment van een wielrenner-peleton dat voorbij komt. Van die renners kan ik het wel begrijpen, die hebben een reden om zo hard te fietsen, maar dat beeld van de auto van de koningin die voorbij zoeft terwijl wij daar stonden als kleuters met onze vlaggetjes zal ik nooit vergeten. We stonden daar een hele tijd. Floef en voorbij was ze, de koningin. Echt koningsgezind is Limburg nooit geweest, voor mij persoonlijk heeft deze ervaring er ook niet toe bijgedragen.


Heel veel langer duurde het bezoek van de koningin en de Turkse president op het Vrijthof van Maastricht niet. Na een paar uur wachten en na het flauwvallen van een soldaat die al die tijd in de regen in de houding moest staan was het een paar minuten en weg was ze weer. Dat kleine moment dat op het journaal wordt uitgezonden.


Toch ben ik blij dat ik daar ben blijven staan, achter het dranghek. De koningin neemt trouwens haar eigen speciaal verzwaarde dranghekken mee en ook het podium voor de toespraak komt uit eigen stal. Maar waar het om gaat is het verschil van een nieuwsitem op tv en wat er gebeurt in werkelijkheid. Voor die paar minuten nieuws, staan mensen uren en uren te wachten en wordt er erg veel geld uitgegeven aan beveiliging. Ik ben nat geworden maar de politie-agenten, de ME-ers, en de soldaten zijn nat geworden terwijl ze in de houding moesten staan...


Het verschil met de koningin op televisie en de koningin in het echt is dat al die security niet in beeld komt.
Als live toeschouwer zie je de backstage, de organisatie eromheen, maar het werkelijke nieuws kan je niet zien, zelfs niet vooraan aan de dranghekken en zelfs de persfotografen met clearance en perskaart moeten op grote afstand hun foto's maken.

Op school waren ze niet zo blij dat ik de praktijk boven de theorie had laten prevaleren... Het deed me denken aan de woorden van Sgt. Phil Esterhaus (Michael Conrad) uit de televisieserie Hill Street Blues: 'Let's be careful out there'. Je kan veel leren uit boeken maar 'out there' kan je ook veel leren, streetwise, je wordt koud en nat en je moet je ellebogen gebruiken, but still...als er een noodverordening in de stad is vanwege de aanwezigheid van de Turkse president dan vind ik het vreemd dat cultuurwetenschappers in hun lokalen moeten blijven zitten en niet op roadtrip gaan...

Anna

2.10.12

Kapsalon

« lets be careful out there | no picture please | een gaatje in de broek 2

Of het komt omdat ik fotograaf ben, maar ik vind taal een ingewikkeld iets.
Bijvoorbeeld als een Nederlands woord kapsalon een Turks gerecht in een typisch Limburgse pizzeria blijkt te zijn.

Of dat iemand twee puntjes op de o van het straatnaambordje Burgemeester Donner heeft getekend.
Heb ooit in een shoarmazaak gewerkt, weet hoe je de broodjes kan opensnijden zonder je handen te verbranden. Ik kan vloeken in het Libanees, maar van kapsalon als gerecht had ik nog nooit gehoord, terwijl het toch echt een vrij bekend gerecht is.
Als fotograaf maakt dat gebrek aan kennis niet zoveel uit maar als aspirant-wetenschapper had ik het moeten checken. Ook in dialecten kan taalverwarring optreden zoals een aantal jaren geleden in Den Haag de volgende conversatie:

U verkoopt ook tabak?
Jazeker.
U verkoopt ook tabak, vraagt een stem achter mijn rug op het station van Den Haag bij de kiosk, waar ik iets te lang twijfel tussen een gevulde koek of een wafel en welk merk kauwgum daarbij hoort.
U verkoopt ook tabak?
Jazeker, zegt de verkoopster.
Ik draai me om. Zie een man met een baard en onduidelijke kleren. Zijn nagels zijn een half jaar niet gewassen of hij heeft zojuist plantjes verpot.
...anders sta je ook maar te wachten, zeg ik tegen de man.
U bent fotograaf, zegt hij met een blik op mijn foto-statief.
Ja.
Lekka, zegt de man met de vieze nagels.
Ja, lekkah, zeg ik, alsof ik Haagse Harry niet ken, alsof ik niet weet hoe je lekker zegt op zijn Hagenees.
Leica, zegt de man met een geaffecteerde stem.
Oh, Leica...nee geen Leica...Nikon.
Ik Canon, zegt de man, dure hobby, fotograferen.
Dure hobby, zeg ik.

Laat vandaag de taal even met rust, ga aan het werk, beelden zoeken voor een boek over kemphanen en kemphennen. Het was Darwin die constateerde dat de mannen en vrouwen van diersoorten die monogaam zijn nogal op elkaar lijken. Hun leven is ongecompliceerd en overzichtelijk.
Bij polygame vogelsoorten moeten mannetjes veel meer hun best doen om vrouwtjes te veroveren, ze hebben felle kleuren, ornamenten, versieringen en bewapeningen.
Het boek geeft geen antwoord op de vraag waar in de evolutie deze inspanning om mooi te zijn en indruk te maken over gegaan is van de mannetjes op de vrouwtjes.

Anna

Older Posts Newer Posts

Label Cloud

Search

© no picture please